In de schaduw van gisteren
(1967)–H.M. van Randwijk– Auteursrechtelijk beschermdZe zijn nog onder onsHoewel ik in deze rubriek eigenlijk geschiedenis beschrijf, interesseren mij de nsb'ers en lotgenoten uit de bezettingstijd, deze spelers op een toneel waarover het doek reeds gevallen is, maar matig. Veel belangrijker zijn mijns inziens de nog levenden, of beter gezegd zonder ‘nog’, de levenden. Een groep die niet alleen bestaat uit hen, die in 1940 tot 1945 meespeelden, maar waar nieuwe, jongere bijgekomen zijn en waartoe ik zelfs personen reken die in de bezettingsjaren een goede staat van dienst in het verzet hadden. Tenslotte was een man als Bidault in Frankrijk, leider van de gewelddadige | |
[pagina 253]
| |
fascistische oas, ook een man van het verzet. De nazi's pleegden de verzetsmensen vaak aan te duiden met één enkele verzamelnaam, oranjebolsjewisten. Ze vergisten zich hier als zo vaak elders. Er waren ook oranje-fascisten, fascisten die door een diversiteit van oorzaken in het anti-Duitse front terecht waren gekomen. Het fascisme is geen historisch verschijnsel. Om met prof. NagelGa naar eind64 te spreken: ‘Het “fascisme” is niet dood en de “fascisten” zijn onuitroeibaar.’ Ze kunnen in bepaalde perioden van de geschiedenis een streng georganiseerde macht vormen, die een tijdlang zelfs oppermachtig schijnt. Ze kunnen ook volstrekt ongeorganiseerd bestaan, betrekkelijk machteloos, een randverschijnsel van ons politieke en maatschappelijke leven, agerend onder velerlei namen maar zelden onder de naam ‘fascist’ of ‘nationaal-socialist’ (behalve dan kleine splintergroepjes hier en in Engeland en in de vs en overal elders, die ik tot de minst gevaarlijke, soms zelfs idioot vermakelijke fenomeentjes van onze huidige samenleving reken). Gevaarlijk worden ze daar waar ze optreden in naam van de westerse cultuur, het vaderland, de eer, de goede burgerzin, het christendom, het anti-communisme, de orde, het fatsoen, de verantwoordelijkheid en honderd schone en nuttige zaken meer, het gevaarlijkst dáár waar er geen organisatorisch verband bestáát. Dan kan men soms plotseling toch een optreden en bloc constateren, zelden pro iets, maar altijd contra iets. Zoals in de afgelopen weken de rel tegen het programma Zo is het.... Ook daar was het hele arsenaal van ‘edele motieven’ als ik hierboven gedeeltelijk opsomde aanwezig. Het verbaast en ergert mij, dat zo velen in deze woedeuitbarsting de kerk of ‘het’ christendom menen in actie te hebben gezien en zo weinigen de scheldpartijen en dreigementen hebben geclassificeerd als bewijs dat het fascisme onder ons niet dood is en dat de fascisten niet om de tuin leiden, ook Hitler verdedigde het ‘christelijke westen’, ook hij wierp zich op als graalridder van het fatsoen tegen joods-bolsjewistische decadentie, het waren evenzeer ‘gekwetste diepste gevoelens’ in welker naam de nazi-knapen de boeken van Heine en Mann en Roth en vele anderen verbrandden en de ‘ontaarde kunst’ uit de musea verwijderden.
Het verbaast mij ook dat de pers en kennelijk ook een aantal medewerkers aan de bewuste tv-rubriek met zoveel ophef gewag gemaakt hebben van de dreigementen, die ze in anonieme brieven en telefoontjes ontvingen. De schrijver van deze kroniek ‘In de schaduw van gisteren’ publiceert sinds 1945 regelmatig onder andere over thema's oorlog en bezetting betreffende en dit soort post heeft hem, bijna kan men zeggen, dagelijks begeleid. Ik kan niet zeggen vanaf 1945, want de eerste jaren na de oorlog was het opmerkelijk stil aan dit duistere front. Op 15 oktober 1945 zaten er trouwens 96.044 van deze lieden gevangen, vijf jaren later, volgens de gegevens van prof. Nagel, nog ruim 11.000 en nog weer tien jaren later nog 104. Het aantal anonieme briefschrijvers nam in evenredigheid toe. Er is een aantal dat nooit opgepakt is geweest en die toch verkeerd waren en zijn. Er zijn er ook die tot de 96.000 hebben behoord en die, zo ze al ziek wa- | |
[pagina 254]
| |
ren, grondig genezen zijn. Er zijn ook nieuwe bijgekomen, lieden die toen nog te jong waren om kwaad te doen, die uit het voormalige Nederlands-Indië met al hun ressentimenten in hun bagage naar hier, naar het trouweloze moederland zijn gekomen, er zijn er zelfs onder die een goede staat van dienst in het verzet hebben. Vlak na de oorlog hebben er onder een aantal van dit laatste soort lieden dwaze putschplannen bestaan, waarvan onder anderen prins Bernhard verhaalt in zijn biografische gesprekken met Hatch. Het verzet werd trouwens uit vele motieven geboren, van geloof en humaniteit tot primitief nationalistische haat tegen de indringer en zelfs zijn mij gevallen bekend, die ik niet anders kan rangschikken dan onder latente misdadigheid, die hier een kans kreeg onder een goed vaandel te opereren. De Koude Oorlog, dit rampzaligste aller naoorlogse verschijnselen, heeft op het gebied van de vrije menselijke geest een even grote slachting aangericht als de kou van de winter 1962-'63 onder de vogels. Het is onvoorstelbaar hoeveel vrije geesten niet van de grond gekomen zijn in deze politieke winterkou, hoe men gedwongen is geworden zich in de conformiteit te schikken en hoe men zich daar allengs wel ging voelen hoe behaaglijk de zwart-wit schema's werkten, waarin twijfel, denken, kiezen en herzien overbodig werden en ook tot welk een sullige discipline dit politieke klimaat, gevoegd bij de bijna-almacht van de massamedia en de vulgarisering van de maatschappelijke idealen, de mens heeft gebracht.
Zelfs datgene wat zich aandient als nonconformistische satire is in de meeste gevallen niet meer dan iets meer of minder geestrijke lol, waarbij men wel oppast de werkelijke afgoden en afgodjes van deze tijd te na aan het lijf te komen. Het gevaar van de tv zit niet in de mensen die er, te veel, naar kijken maar bij hen die de tv maken, die de programma's vullen. Onchristelijk is niet het ietwat ongelukkig gebruik van aan de christelijke religie ontleende termen, maar de vergeefse poging van een zich christelijk noemende organisatie om in gein en oppervlakkigheid de ‘wereld’ te evenaren, zij het met iets minder bloot boven en onder en met een matiger gebruik van het seksthema.Ga naar voetnoot* Fascistische woede gaat schuil in de overmatige ijver waarmee de politie los slaat op jongelui die het wagen de conformistische taboes van onze tijd te doorbreken en een vleug van fascisme zit er in de machtsbesluiten van burgemeesters die in de naam van handhaving van de openbare orde vrijwel alles verbieden wat eigenlijk zou moeten bewijzen, dat er in Nederland nog een levende orde bestaat. In dit landje bestaat er geen gevaar voor de openbare orde. Was het maar wel zo! In dit landje bestaat alleen het gevaar, dat van de orde een verstijfde, levenloze, op een grafsteen gelijkende afgod wordt gemaakt, waarin alleen | |
[pagina 255]
| |
nog maar de massale, diabolisch geordende erediensten, als Hitler in Neurenberg organiseerde, ontbreken...
Dezer dagen is het één en twintig jaar geleden dat in München een groepje jonge mensen ter dood werd gebracht. Ze hadden het aangedurfd wanorde te stichten, ze hadden anti-nazi pamfletten verspreid en opgeroepen tot ongehoorzaamheid. Wie hun verhaal leest wordt diep ontroerd door hun bijna volstrekte eenzaamheid in het München van toen, maar ook door de volstrekte zuiverheid van hun idealen en intenties. In een hotel in Amsterdam zag ik dezer dagen een van de overlevenden van dit groepje zitten. Inge Scholl. Na zoveel jaren bijna nog een kind, niet mooi, ietwat onhandig, bijna verlegen en nochtans met een kracht in haar persoonlijkheid, die voor mij, zelfs als toeschouwer op een afstand, duidelijk voelbaar was. De etiquette van onze samenleving weerhield me naar haar toe te gaan. Ik zou ook niet goed geweten hebben wát te zeggen in het gezelschap van een aantal journalisten, gechaperonneerd door twee ambtenaren van de Duitse ambassade. Maar kijkend op een afstand en nadenkend kwam ik bij dat bericht uit het huidige München, waar door een rechtbank een man, die 75 Russische gevangenen in Amersfoort heeft neergeknald, werd vrijgesproken. Omdat hij op bevel handelde. Ik weet niet of het ook gebeurd zou zijn wanneer die 75 ongelukkigen Amerikaanse of Engelse soldaten geweest zouden zijn, ik weet dus ook niet in hoeverre het, in wezen fascistische, besef van ongenuanceerde loyaliteit jegens de eigen horde en een vrijwel onbeperkte vrijheid van handelen jegens de ‘vijand’ hierbij een rol speelt. Tenslotte is het nog maar een kleinigheid in vergelijking tot het glasgruis dat Canadese anti-communisten in het graan strooiden waarvan Russisch brood gebakken moest worden, en tenslotte is het maar weinig in vergelijking met de wens van Adenauer (die toen hij zelf met de zijnen nog vijand waren, en hoe!, door Amerikaans graan in leven gehouden moesten worden en die zich nu nog beklagen dat men het Duitse volk in 1919 heeft laten hongeren), die wilde dat men Rusland dit broodnodige graan zou weigeren. Hoe het zij en waar het om gaat is dit: Is een militair bevel werkelijk zo absoluut, dat het de bevolene van elke persoonlijke verantwoordelijkheid ontslaat? Indien dat waar is dan zijn we bij Hitler. Indien dat waar is en indien deze gehoorzaamheid om militaire redenen noodzakelijk is, dan is dit een schrikkelijker oordeel over het militaire bedrijf dan alle argumenten van zoveel leed en dood, die een bepaald soort pacifisten pleegt aan te voeren. Dan hebben we daarmee één van de afgoden ontdekt, duizendmaal wreder en gevaarlijker dan het koekeloeren naar dat tv-kastje, waarnaar de onnozele mensen overigens met zoveel raffinement en deskundige platvloersheid worden heengelokt. De titel van deze rubriek ‘In de schaduw van gisteren’ betekent niet dat hierin alleen de schaduwen van gisteren worden beschreven, maar dat in de schaduw van hetgeen gisteren gebeurde ook de eigen tijd aan bod komt. Dat is in dit artikel wat nadrukkelijker gebeurd dan gebruikelijk. | |
[pagina 256]
| |
Het kwam eigenlijk door wat anonieme brieven en door Inge Scholl. 25 januari 1964. |