staat allemaal zwart op wit en elke ambtenaar, burgemeester, politieman, werkgever, weet waaraan hij zich te houden heeft. Inmiddels keren de eerste Nederlanders die het nazi-paradijs uit ervaring hebben leren kennen, alweer naar het vaderland terug. Zij weigeren opnieuw te gaan. Op deze ‘contractbrekers’ zijn de Duitsers erg gebrand. Ze worden, ook door de Nederlandse politie, opgespoord en in strafkampen opgesloten. Zoals ‘asocialen en arbeidsschuwen’ betaamt!
De ‘zalige’ tijden van geldsteun krijgen zonder te werken zijn voorbij. Dat is toch eigenlijk wel goed? Of soms toch niet? Dan, in de zomer van 1942, komen de eerste twijfelaars.
Op een vergadering van directeuren van de arbeidsbureaus wordt gevraagd of het opleggen van een arbeidsdienstverplichting niet in strijd is met het volkenrecht. Sommige directeuren willen hun baantje neerleggen, een dappere daad voor een goed vaderlands burger. Maar de Duitsers kennen hun pappenheimers. De dwangbevelen waarmee Nederlandse arbeiders worden opgeroepen om voor de vijand te gaan werken, behoeven niet door hen ondertekend te worden. Dat doen de moffen dan zelf wel. De directeuren blijven.
Niettemin zien toch nog heel wat arbeiders kans aan de Duitse greep te ontsnappen. Ze gaan in de landbouw werken, ze worden ondergebracht in bedrijven met andere dan blinde directeuren, ze ‘werken’ dus, weer anderen proberen in de zwarte handel een boterham te verdienen...
Nee, het gaat de Duitsers niet snel genoeg. In de voorzomer van 1942 beginnen ze met de Holland-Aktion erstes Programm. De bedrijven worden uitgekamd. Overtollige arbeiders krijgen hun dwangbevel thuis. Het levert nog te weinig op. In september 1942 begint de Sonder Aktion Holland, zweites Programm. Een nog strengere uitkamming. Maar daarover later.
Wat deden de arbeiders? Allereerst gaan, en zo deden niet weinigen. Sommigen vluchtten vrijwillig in de ‘kriegswichtige’ bedrijven, waarin oorlogsmateriaal voor de Duitsers werd gemaakt, of zij meldden zich bij de onvaderlandslievende schobbers die voor de Duitsers bunkers in Frankrijk bouwden. Maar dat waren toch altijd maar beperkte aantallen, ook degenen die konden worden ondergebracht in andere bedrijven. Maar dat hadden de Duitsers spoedig onder controle. In het jaar 1942 haalden de Duitsers in ieder geval nog weer eens 162.800 arbeiders uit Nederland weg. Maar ook het aantal dergenen die uit Duitsland wegvluchtten, groeit. Daar zijn inmiddels de reusachtige geallieerde bombardementen begonnen, met duizend vliegtuigen tegelijk. Die vliegtuigen gooien hun bommen ook op steden en fabrieken waar Nederlanders werken. De teruggekeerden zijn slechte propagandisten voor de Duitse zaak en zij vergroten met hun verhalen de bereidwilligheid van hun kameraden om risico's te nemen om eenvoudig niet te gaan. Ook niet als er een dwangbevel in de bus ligt.
Maar hoe komen zij dan aan eten?
En waar verstoppen zij zich als de politie, heel vaak de Nederlandse politie, hen komt weghalen?