Wie niet in de Verre Oost-gebieden wilde werken, kon in Duitsland zelf terecht, vaak onder de meest verleidelijke aanbiedingen die bovendien speculeerden op het burgerfatsoen en de arbeidzaamheid van het Nederlandse volk. Hier hebt u een paar voorbeelden:
Er waren er, die vrijwillig gingen, en wie niet vrijwillig ging, wisten de Duitsers vaak met medewerking van de Nederlandse ambtenarij wel op een andere manier in hun netten te vangen. Men ving trouwens veel meer. Een klein berichtje als het onderstaande laat duidelijk zien, hoeveel vrijheid er in Nederland overbleef. Zelfs de duiven moesten het ontgelden... (Zie blz. 146)
Het is slechts een kleine greep uit de kranten van die dagen. De bloemlezing zou met tientallen voorbeelden zijn uit te breiden, voorbeelden van de manier waarop de Germaanse ‘Kultur’-brengers in ons land huishielden als barbaren. Te midden van hun ‘bekendmakingen’, doodvonnissen, verordeningen, reclames, tergden ze ons in die tijd ook nog met hun overwinningsberichten, die althans voor toen maar al te waar waren: ‘Doorbraak in Libye’. ‘Britse vloot zwaar getroffen’. ‘Tobroek bezet, 25.000 gevangenen’. ‘Engelsen bij Mersa Matroe verslagen’. ‘Sebastopol gevallen’. ‘Vijand ten westen van de Don verslagen; ruim 88.000 gevangenen’. ‘Rostof gevallen’. Enzovoort enzovoort. En natuurlijk als gif dwars door alles heen de grotere en kleinere berichten over de nooit aflatende jacht op onze joodse landgenoten: ‘De joden moeten hun rijwielen inleveren’.