In de schaduw van gisteren
(1967)–H.M. van Randwijk– Auteursrechtelijk beschermdDrukke dagen in april / mei 1942Wanneer ik mij min of meer plichtmatig verdiep in hetgeen zo'n twintig jaar geleden om deze tijd gebeurde, sta ik verbaasd over het optimisme dat het Nederlandse volk in die dagen bezielde.
Het waren waarachtig geen gemakkelijke dagen! Maar na een harde, koude winter was het eindelijk lente geworden en het zou de moeite waard zijn na te gaan in hoeverre het weer, het mooie weer dan in dit geval, een politieke rol speelt. Overigens, er waren wel enige redenen om een ietsje optimistisch te zijn. De harde, koude winter had ook de Duitsers in Rusland te pakken gehad en zelfs de ‘Wehrmachtsberichte’ konden niet helemaal verdoezelen dat het leger in Rusland een flinke knauw had gekregen. Hitler haalde er in een Rijksdagrede zelfs de voorzienigheid bij, zoals hij gewoon was, en vond de koudste winter in 146 jaar een rechtstreekse beproeving van boven. Amerikaanse bommenwerpers deden op weg naar China aanvallen op Tokyo. Engelse commandotroepen ondernamen raids op de Franse kust bij St. Nazaire en Boulogne. Dat leek bijna op een tweede front, waarop de Russen met kracht aandrongen en waarop de Engelsen bevestigend schenen te antwoorden. We weten nu wel beter. Tot in de illegale pers drong het optimisme door. In een van de bladen verscheen een gedicht onder de titel ‘Een nieuw lied in Mei 1942’. Een merkwaardig vers, een voorjaarsvers dat op dichterlijke wijze de vernieuwing in de natuur vermengt met een politieke vernieuwing en bevrijding:
Weer klimt de zon, een nieuwe Mei
roept groen en geur in 't dorre hout,
de vogel heeft zijn nest gebouwd,
de wereld wacht een kerend tij
en Nederland, gepijnd maar recht,
| |
[pagina 116]
| |
geplaagd, vernederd nog, maar klaar
de trotse blik gevestigd naar
een toekomst, waar het volk voor vecht,
schept nieuwe moed en rukt zich vrij,
de zon klimt hoog, weer is het mei!
Welja! Onder het volk deden tientallen grappen de ronde, waarin de Duitsers en nsb'ers belachelijk werden gemaakt. Hier zijn er enkele:
In een trein zit een nsb'er. De man naast hem morst een beetje as op zijn jas en de nsb'er vaart uit. De man antwoordt in het Duits: ‘Was sagen Sie?’ De nsb'er verandert ogenblikkelijk van toon en zegt: ‘Verzeihen Sie, bitte...’ ‘Hou je bek dan,’ zegt de man nu in goed Hollands en rookt verder.
Een nsb-ster komt een tram binnen. Ze draagt het nsb-insigne. Niemand staat op. ‘Is er dan geen enkele flinke jongeman, die voor een dame opstaat?’ zegt de nsb-ster. ‘Alle flinke jonge mannen staan aan het Oostfront!’ klinkt een stem door de tram.
Twee Duitse officieren stappen in de Amsterdamse tram. Om de één of andere reden rijdt de tram nog niet weg. Een van de officieren roept: ‘Fahren wir oder fahren wir nicht?’ Daarop antwoordt de conducteur: ‘Als wij zeggen dat we fahren dan fahren we ook...’ (Slaat op de telkens aangekondigde invasie van de Duitsers in Engeland, die telkens werd uitgesteld en nooit is doorgegaan.)
Het zijn er maar enkele. Zo waren er honderden in de omloop. Vanuit Engeland werden ter gelegenheid van Pasen redevoeringen bij de vleet gehouden. De koningin sprak. Prinses Juliana. In de illegale pers begon plotseling de problematiek van de bevrijding, of beter gezegd, de politieke aspecten van de tijd na de bevrijding een rol te spelen. De vernieuwing, waarvan Pasen in religieuze zin getuigt, scheen de mensen thans ook in politicis toe te spreken. ‘De tijd is nabij, dat wij weer openlijk zullen kunnen zeggen wat we willen. Laten we zorgen tegen die tijd ook te weten wat wij willen,’ schreef een illegale krant. Prinses Juliana sprak over naoorlogse hervormingen, die de hele wereld zouden omvatten, en die groter, mooier en ingrijpender zouden zijn dan wij ons ooit hadden voorgesteld. De strijd in Azië, voornamelijk in Burma en India, bracht ook deze volken binnen onze politieke gezichtskring. De Engelse minister Cripps onderhandelde in India over de toekomstige status van dit land. | |
[pagina 117]
| |
GhandiGa naar eind32 had duidelijk de zijde van het Westen gekozen. Voor de eerste maal klinken ook in de Nederlandse ondergrondse pers geluiden dat men ermee moet rekenen dat in de naoorlogse wereld van straks ook landen als China en India een rol van betekenis zullen gaan spelen... Wanneer denkbeelden, hoop en vertrouwen in muziek hadden kunnen worden omgezet zou Nederland als een groot orgel geklonken hebben. Alleen ietwat erg vroeg, zoals we weten en wel een beetje erg vrijblijvend en amateuristisch.
En dit alles wordt des te merkwaardiger, omdat er waarachtig alle reden toe was om in het geheel niet optimistisch te zijn. Weliswaar was de Blitzkrieg in Rusland vastgelopen. Weliswaar begonnen de geallieerde bombardementen op Duitse steden in kracht toe te nemen. Ook begon Amerika zich ietwat te herstellen van de verschrikkelijke klap die de Japanners hadden toegebracht maar overigens werd de Duitse druk in de bezette gebieden steeds zwaarder.
Nederlands-Indië ging verloren. In Burma weken de Engelsen terug. De Amerikanen werden uit de Filippijnen verdreven. De commandoraids op het vasteland, die men aanzag voor preludes van een invasie, werden door de Duitsers met gemak afgeslagen. In ons land werden de maatregelen tegen de joden strenger, veelomvattender en onmenselijker. De jodenster werd ingevoerd. Een uitgaansverbod voor joden werd ingesteld. De officieren die overste Mussert (broer van de andere Mussert) in de meidagen van 1940 hadden neergeknald, werden veroordeeld. Tweeënzeventig officieren, die hadden deelgenomen aan de (ook al weer vroegtijdige, te vroegtijdige) organisatie van de Ordedienst werden gefusilleerd. Ook talrijke andere fusillades werden bekendgemaakt. Er was een groot proces tegen de eerste groep gevangenen van de organisatie Vrij Nederland. Het werd ernst met de Nederlandse Arbeidsdienst, een organisatie die de jeugd in nationaal-socialistische zin moest opvoeden en die een inleiding was op de latere slavenjacht op onze arbeiders. Enkele honderden vooraanstaande Nederlanders werden als gijzelaar gevangengenomen. Enkele duizenden beroepsofficieren werden opnieuw in krijgsgevangenschap gevoerd. Steeds meer nsb'ers werden op sleutelposities geplaatst. Het voedsel werd minder. De quasi ‘gerechtelijke’ terreur werd zo groot dat zelfs iemand wordt veroordeeld omdat hij een ring had gedragen met een dubbeltje als sieraad erop (met de beeltenis van de Koningin)...
Maar ongeveer midden mei begonnen de Engelse bombardementen met meer dan 1000 vliegtuigen in één nacht. De Nederlandse dichtader werkte op volle kracht. Zelfs Radio Oranje deed eraan mee. Het zond onder meer het volgende liedje uit:
Alles, alles über Deutschland
Wie had dat gedacht.
| |
[pagina 118]
| |
Duizend op één nacht.
Alles, alles über Deutschland
Van de fabriek van Krupp
Staat alleen nog maar de stoep!
En ook dat was wat overdreven en erg optimistisch. Als het er toch om gaat ‘Wie dát gedacht had’, zou niemand in die tijd hebben geloofd dat Krupp in 1962, twintig jaar later, minstens even machtig en machtiger zou zijn dan ooit tevoren.
Ja, het is moeilijk in de toekomst te kijken. Zelfs in een beoordeling van de eigen tijd vergist een mens zich gauw, ook al moet men toegeven dat in april 1942 het meest wezenlijke van de situatie toch wel opvallend goed door het Nederlandse volk werd aangevoeld. Dit namelijk dat er een principiële keer in de oorlog gekomen was. Dat Duitsland in Rusland bezig was vast te lopen en dat de geallieerden langzamerhand kracht genoeg verzamelden om het initiatief te nemen.
De grote vergissing lag in de tijd, die dit alles zou kosten, vóór het enige zichtbare uitwerking had op West-Europa, en in de ellende, die men nog zou moeten doormaken aleer er werkelijk van een nieuwe mei sprake zou zijn. Dat zou 1945 worden en... op de geestelijke en politieke ‘nieuwe mei’ wachten we nog steeds. 21 april 1962. |
|