Heinrich’, riep er iemand. ‘'t Is met deze nar slecht kaatsen! Ik zou bovendien maar niet met m'n schermwond te koop lopen!’
‘Kijk, kijk’, spotte Marco. ‘Een edelman, die zich niet aan de wetten van het paleis houdt!’
‘Hoor je het Heinrich’, sprak een der anderen. ‘Ook Marco is al op de hoogte van het feit, dat hier niet bloedig geschermd mag worden’.
Nu moest Heinrich zich wel verklaren. Zo onverschillig mogelijk vertelde hij:
‘'t Heeft niets te betekenen. 't Is niets anders dan een kleine vergissing van mijn tegenstander, met wie ik drie dagen geleden een korte oefenwedstrijd hield.... Net iets voor een dwaas, om daarmee te spotten!’
‘Dwazen zien soms meer, dan zij, die denken dat ze wijs zijn!’ spotte Marco nog eenmaal. Toen maakte hij opnieuw een diepe buiging en volgde zijn meester. Fluisterend deelde hij hem deze korte gebeurtenis mede en zei tenslotte:
‘De nar heeft zo'n idee majesteit, dat de glasscherven meer zouden kunnen vertellen!’
‘Denk je Marco, dat edelman Heinrich tot de ontrouwen behoort?’
‘Marco weet nog niets, majesteit, hij vermoedt slechts. We zullen die Heinrich bijzonder in het oog houden!’
‘Doe dat’, sprak de keizer.
Toen leek het of plots een droeve stemming zich van de keizer meester maakte. Tot Marco's verwondering betraden ze een gedeelte van het paleis, dat voor iedereen gesloten was. Achter de keizer aan doorliep Marco de kamers en gangen van de keizerin en haar zoon Otello. Uit alles bleek hier, dat deze ruimten sinds lange tijd niet meer gebruikt waren. Met nog geen enkel woord had de keizer over zijn gemalin en zoon gesproken. Nu zette hij zich plotseling op één der rustbanken en gebood Marco naast hem te komen zitten.
‘Ook dit moet je weten, Marco.