Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'(1898)–Hilda Ram– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Moed Moed en moed en altijd moed! Moed, wen 's levens eerste gloed Straalt en sterkt, als 't licht der zonne, Die in weelde en vreugd en wonne Al wat slaapt ontwaken doet. Moed en moed en altijd moed! Sta niet stil! kies, wijs en vroed, U een weg door 't drukke leven. Macht en kracht wordt u gegeven, Al uw werk komt u ten goed. Moed en moed en altijd moed! Ook waar wreede tegenspoed Uit het lijf u 't hart wil halen. Sta te weer, leer zegepralen! 't Moge u kosten strijd en bloed. Moed en moed en altijd moed! Velt de dood voor uwen voet Een voor een uw duurbren neder, Wijk niet! kniel en rijs dan weder: Laat uw dooden in Gods hoed'! Moed en moed en altijd moed! Stilstaan, omzien schijnt zoo zoet... Maar wie leeft in zijn verleden Naar omlaag richt die zijn schreden: Die vergeet het doel: zijn goed. [pagina 46] [p. 46] Moed en moed en altijd moed! Blik daarheen, waar 't heil u groet, 't Heil van die naar hooger streefden, Die bij 't zegepralen sneefden, 't Heil, dat eeuwig duren moet. Vorige Volgende