Gedichten(1906)–Hilda Ram– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 273] [p. 273] Standvastigheid O ga niet, neen, Te spoedig heen, Al is het dat de zon verdween En wolkenschaduw, zwart, omvaamt Het landschap, waar ge rusten kwaamt! De wolke drijft: Het zongestraal, daarachter, blijft! O gaat niet, neen, Te spoedig heen, Al is onzichtbaar nog de keen Van 't zaadje toevertrouwd aan de aard! Houd stand, en wacht, en wees bedaard: Een weinig tijd En tot een plan! is 't zaad gedijd! O trek niet voort Waar daad of woord Soms onverwachts tot wrok u spoort. Denk niet te ras: de liefde is dood, Of, valsch is 't hart, dat vriendschap bood! Een druk der hand Knoopt vaster straks den ouden band. [pagina 274] [p. 274] O geef niet op Voor stoot of schop 't Doel, dat ge voeren wilt ten top. Ga voort en arbeid als een man! Geen hoon of smaad, die schaden kan, Waar 't helder oog Vol hoop en moed zich richt omhoog! Vorige Volgende