Gedichten(1906)–Hilda Ram– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Hoop en Dood Wachtend in het ruim portaal, Hoopvol wachtend staat de maagd. Rijk gewaad omgolft haar leên; Witte rozen in heur haar, Witte rozen op heur borst Sieren 't minlijk liefdebeeld. Rozig blinkt heur donzen wang, Schittrend straalt heur glanzend oog, Woelig klopt heur juichend hart: Heden komt hij, heden weer! Lang de scheiding, lang en droef, Maar onwrikbaar bleef haar trouw, Heilig 't eens gegeven woord! Heden komt hij, heden weer! Hoopvol staat ze en wacht,.. en wacht... [pagina 108] [p. 108] Roerloos in de donkre zaal, Stil en roerloos ligt de maagd In het effen, blank, gewaad. Witte rozen in heur haar, Witte rozen op heur borst Tooien 't kalme beeld der dood. Vaal en hol de bleeke wang, Mat en dof 't gebroken oog, Onbeweeglijk 't zwijgend hart: Nimmer komt hij, nimmer weer! Valsch, bedrieglijk was haar hoop; Lang gebroken is zijn trouw, Lang verkracht zijn plechtige eed! Nimmer komt hij, nimmer weer! Roerloos ligt ze, - koud, en kil.... Vorige Volgende