Gedichten(1906)–Hilda Ram– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Herstelling Zalig is het, te ontwaken uit de armen der krankte, Zalig van zinnen en ziel Weg te rukken den neevligen sluier, Die in duistere scheemring hen hulde, Smorend genot en gevoel! Zalig, de oogen weer te oopnen voor licht en beweging; 't Dartele straaltje te zien, Dat de zon als een bode der liefde Zendt, den kwijnenden blikken zoo welkom, Na den vervaarlijken nacht. Zalig ook nog, met weeldrige teugen den balsem Te aadmen der sterkende lucht, Zalig weer de natuur te begroeten: Frissche bloemen en stroomende waters, Bergen en blauwig azuur. [pagina 86] [p. 86] Maar meer zalig in lachende, stralende blikken, Op der beminden gelaat 't Heil te lezen, de vreugd, die ge ontwakend Wekt in den boezem der vriendschap: Dat is genieten, voorwaar! Vorige Volgende