Gedichten(1906)–Hilda Ram– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Zorgen Zorgen, wolkjes, zeilt maar voort Langs mijn blauwen hemel; Denkt niet, dat ge 't uitzicht stoort Met uw boos gewemel. 't Licht me ontnemen kunt ge niet, Moogt ge ook donker wezen; Want, al dekt gij heel 't verschiet 't Zonnetje is gerezen. Pakt u samen, zoo ge wilt, Broeit tot zware vlagen! 'k Heb een schuilplaats, 'k heb een schild, Och, wat deert me uw plagen! Dan, kortstondig is uw macht: Met uw booze luimen Vlucht ge dra voor 's windjes schacht Als een hoopje pluimen! [pagina 63] [p. 63] Zorgen, wolkjes, zeilt maar door 'k Wil op u niet letten: 't Zachte, lieve zongegloor Kunt ge niet besmetten: Nevens, langs en door uw schaûw Schiet het zijne stralen, En mijn hemeltje is toch blauw, Hoe ge 't moogt bemalen! Vorige Volgende