‘Ja meneer, ook olie,’ roept Martha die op de eerste rij zit.
Bij deze meester mag je je hand opsteken en direct ook zeggen wat je weet. Toch is het niet rommelig want meester laat je met zijn hand even op je beurt wachten. Heel snel. Alsof hij een politieagent is in het verkeer wijst hij je stop en daarna met zijn duim dat jij nu mag praten. Zo gaat het vlotter, net een voetbalwedstrijd. Iedereen krijgt zin om de bal te scoren. Daarom denkt iedereen snel na en gaat achter het goede antwoord aan.
‘Jongens en meisjes, wat voor ons land belangrijk is, dat is dat wij onze grond en alles wat erbij hoort goed moeten gebruiken.’
‘Mijn vader is landbouwer meneer, hij plant kousenband en boulanger en nog veel meer,’ roept Sita nu.
‘Ja, ja jongens en meisjes we moeten veel meer planten in Suriname. We moeten rijst, groente, en vruchten