De gestolen vlag
(1981)–Rita Rahman–
[pagina 10]
| |
![]() | |
[pagina 11]
| |
donkerbruine broek. Het groeten is met twee vuisten tegen elkaar. Ramin lacht. Hij is ook blij dat de school vandaag weer begint.
Naast elkaar lopen de twee vrienden naar de hoek van de straat. Onderweg maakt Frank zijn tas open en haalt zijn huiswerkboekje eruit. Dat laat hij aan Ramin zien. De kaft van zijn huiswerkboekje is erg leuk. Er is een plaatje op geplakt van een raceauto. Ramin zegt: ‘Als ik groot ben koop ik een lichtblauwe Ferrari.’
‘No man’, ik wil geen Ferrari. Dat is ouderwets!’ antwoordt Frank grappend. Ramon vraagt nu ‘Weet je wat ik gisteravond gedroomd heb?’
Dat weet Frank natuurlijk niet.
‘Ik heb gedroomd dat het gisterenmiddag heel hard regende en bliksemde. Lito, jij en ik waren in de berghut. Toen kwam er plotseling een tijger uit het bos tevoorschijn. Zo een hele grote tijger, in bruin, geel en | |
[pagina 12]
| |
zwart. Hij gromde luid en boos. Gr.gr.gr.
Weet je wat die tijger daarna deed? Stoer liep hij naar onze berghut, kwam gewoon naar binnen en sloeg daarna brutaal alles kapot. De hele berghut stortte toen in. Gelukkig konden Lito en jij en ik nog net snel wegrennen anders had die tijger ons zeker verscheurd’.
Frank rilt. Wat een enge droom van Ramin.
In de vakantie hebben Frank, Ramin en Lito de berghut gebouwd. In een bosje achter de school. Een echte berghut is het niet hoor, maar zo noemen de jongens hun ‘hutje’.
Weet je waar de berghut staat? Achter de school in een weiland waarin vroeger koeien graasden. Het weiland was een boer, van meneer Ramsingh. Niet zo lang geleden verhuisde de boer en liet het weiland leeg achter. Het gras is nu hoog | |
[pagina 13]
| |
gegroeid en er staan een paar djamoe bomen in het midden van het veld. In een hoek van het weiland zijn een paar zandheuvels en een grote tafra-bon. De heuvels noemen de jongens hun bergen. Tussen die ‘bergen’ hebben ze de berghut gebouwd. Ze hebben een oude zinkplaat schuin tegen de tafra-bon gespijkerd. Nog wat takken van bomen onder de rand van het dak vastgezet. | |
[pagina 14]
| |
![]() Binnen gebruiken zij een oude kist als tafel en een paar stenen zijn de stoelen.
De hele vakantie hebben de drie vrienden in de berghut gespeeld. Twee keer hebben ze zelfs een lekkere popki-patoe gekookt. Op een houtenvuurtje hebben zij in een oud | |
[pagina 15]
| |
pannetje van de moeder van Ramin birambi's gebakken. Met plakjes kaas en zwarte peper. Heerlijk was dat! Gelukkig heeft de moeder van Frank niet gemerkt dat haar zoon de kaas heeft weggepakt uit de koelkast.
De berghut is hun geheim. Niemand weet er iets van behalve Frank, Ramin en Lito. ![]() | |
[pagina 16]
| |
De twee jongens zijn de school even vergeten. Ze denken alleen maar aan de droom van Ramin en hun berghut. Wat een lelijke droom van die Ramin. Stel je voor dat hun berghut werkelijk is ingestort.
Frank kijkt Ramin aan. ‘Zullen wij even gaan kijken?’ Snel rennen zij voorbij de poort van de school.
Rondom het weiland is een omheining van prikkeldraad. Frank en Ramin smijten hun tassen eerst over het draad en kruipen daarna achter elkaar eronder door. Zo, ze zijn er bijna. Het gras in het weiland is meer dan een halve meter hoog en de dauwdruppels op de grashalmen glinsteren in de zon. Het is stil. Oh nee, er ritselt iets in het gras. Een slang? Verschrikt kijkt Ramin naar een hagedis die vrolijk voorbijkruipt. Ach, die hoeft gelukkig niet naar school. ‘Kom Ramin, snel. Straks gaat de bel.’ | |
[pagina 17]
| |
Frank rent nu vooruit en Ramin haast zich om niet achter te blijven. In zestien tellen zijn ze bij de berghut. Gelukkig, zij kunnen weer lachen. De hut staat er nog. Het was dus alleen maar een droom van Ramin. Alles is nog precies zoals het gisteren was. Frank en Ramin gaan nog even op de stenen zitten om uit te rusten. Zij zijn opgelucht.
Tingeling ting, klinkt het uit de verte. Dat is de schoolbel. Mi jee, ze zijn de school alweer vergeten. Gauw rapen ze hun tassen op en haasten zich terug naar de school.
Op de terugweg gaat het mis. Frank stapt met zijn schone patta's in een modderplas. Plets, plets. De patta's zijn nu helemaal vies. Krits... Bij de prikkeldraad blijft het hemd van Ramin ook nog haken. Een flinke scheur van het hemd op de rug. Wat een pech! | |
[pagina 18]
| |
Als de twee vrienden eindelijk voor de klasdeur staan, zien ze er erg slordig en vuil uit. En dat op de eerste schooldag na de grote vakantie.
Zij zien er helemaal niet uit als kinderen die naar school gaan. Ze zien er eerder uit als varkens die plezier hadden in de modder. Ramin en Frank haasten zich nu naar klasse 4B. ![]() | |
[pagina 19]
| |
Voor de klas staat een lange meneer. Die moet hun nieuwe meester zijn.
‘Zo jongens, schaam je! De eerste schooldag en dan komen jullie te laat. Opschieten. Ga maar gauw naar je plaats.’
Frank en Ramin lopen verlegen naar binnen. Sjene, gênant! Wat zal de nieuwe meester van ze denken. |
|