Voorwoord
Kleine oorzaken kunnen merkwaardige gevolgen hebben. Een toevallige blik op de valvae van het Historisch Instituut van de Nijmeegse Universiteit wekte mijn belangstelling voor Vossius. De Letterenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam schreef een prijsvraag uit en vroeg om een biografische schets van Gerardus Joannes Vossius. Er ontstond een vaag plan, dat echter niet verder werd gerealiseerd dan een eerste kennismaking met het onderwerp. De tijd verstreek en het plan werd vergeten. In 1959 schreef de Amsterdamse Letterenfaculteit echter weer een prijsvraag uit en weer was het onderwerp leven en werken van Gerardus Joannes Vossius. Het eens gemaakte en weer vergeten plan nam nu concrete vormen aan en zo ontstond een schets over leven en werken van Vossius. Deze schets werd heel kort vóór het verstrijken van de inzendtermijn naar Amsterdam gezonden. In januari 1961 werd het antwoord bekroond en werd mij van verschillende kanten het advies gegeven de schets uit te werken. Het resultaat van enkele jaren werken is deze studie.
De behandeling van veel onderwerpen wordt bemoeilijkt door gebrek aan gegevens, maar ook een teveel aan materiaal kan de benadering van een onderwerp in de weg staan. Dat laatste geldt ongetwijfeld voor het leven en het werk van Vossius. De vele bewaarde brieven, al of niet gepubliceerd, de zes foliodelen omvattende Opera Omnia, de stapels nagelaten aantekeningen en half voltooide schetsen maken het onmogelijk alles in één enkele studie te verwerken. Het aantal detailstudies over Vossius is helaas nog zo gering, dat daarvan slechts een enkele keer gebruik kon worden gemaakt. Leven en werken van Vossius vertonen bovendien zoveel aspecten, dat slechts een klein gedeelte daarvan belicht kan worden. Deze studie is dan ook niet veel meer dan een eerste, ruwe schets, waarin slechts enkele lijnen iets scherper getrokken zijn. Er moest telkens weer een keuze worden gemaakt en een keuze is altijd subjectief en vaak willekeurig. Velen zullen vergeefs zoeken naar wat zij nu juist in deze schets zouden willen vinden. Ik troost mij met de gedachte die Vossius zelf uitsprak, toen hij zijn eerste wetenschappelijk werk in het licht gaf: ‘Metuo ne sint infra multorum exspectationem: verum satisfacere omnibus non est meum, cum tanta sit palatorum diversitas, et singuli tamen scripta singula ad judicium suum velut perpendiculum et libellam exigant.’
Wat tot stand is gekomen moet voor een niet gering gedeelte worden toe-