Aan den leezer.
DIt Treurspél, na het Fransch van de Heer Racine verduitscht, is, eenige tyd geleeden, door J. Dullard vertaaldt, in 't licht gegeeven, évenwél is het tégenwoordige, niet zonder zyn kénnis, by ons Konstgenootschap al onderhanden geweest, eer het zyne gedrukt wierd, én lichtelyk eer hy het begonnen hadde over te zétten.
Wy hébben de vryheid genomen, hier én daar meer persoonen in 't Spél te voeren, om het Tooneel te vullen, alzo wy gemérkt hébben dat het zélve doorgaans behaagt, dóch het laatste Bedryf hébben wy, daar en boven, zélf met eenige Tooneelen vergroot; vermits wy oordeelden dat het den aanschouweren meer genoegen zoude geeven, Ifigenia mét haaren Achilles wéderom van het outer tezien keeren, na dat zy (gelyk het de Heer Racine stélt,) het gevaar dés doods ontkomen was, als het zélve aan haar Moeder, in de uiterste benaaudheid om haar Dóchters gevaar zynde, door Ulisses te hooren verhaalen, daar hy, 't geheele Spél door, zich haar vyand heeft getoont, én alleen heeft toegeleid om Ifigenía te zien dooden; Zo dat men hém, die zonder eenig blyk, óf ander getuigenis als het zyne, haare verlóssinge beként komt maaken, mét réden van logenen verdacht kan houden, én twyffelen, óf het in der daad zo zy; én óf hy haar niet bedriegt. En dewyle zulks in 't Speelen behaagd heeft, hébben wy niet raadzaam gevonden het zélve in het Drukken te veranderen.