Lauwer-stryt(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 358] [p. 358] Op het over-lyden Van de deugt-en-zedenrijke Maria Berdoel: Ontslapen in Augusti 1664. Aan haar E. Moeder. L aat Beverwijk vry met Montaygne twisten, E n d'Artzeny of mee of tegen gaan: O mtrent de doodt is 't maar een ydle waan; D en Bezar en Triakel, vaakmaal misten: R eets blijkt het klaar: aan haar die adem-loos E n spraakloos rust door Atrops kromme zeysen; B erdoel moest voort, het nootlot quam haar eysen; A ch! leyder ach! wat is ons mensdom broos, I s niet haar zon in d'ochten-stont gedoken! R oem-waard' uw kroost my al te Veer verrukt; A l schoon de doodt haar tijdt-roos heeft gheplukt, M en ween niet: want s' weerom hoogh ontloken. Ik tragt VEER-der. Cornelia van der Veer. In Amsterdam. Vorige Volgende