Lauwer-stryt
(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij
[pagina 136]
| |
Wiens heerelijke glans, van tijd tot tijdt zal zijn
Zoo onverwelkbaar, dat geen Momus haar zal doven.
Ja stond' het in mijn maght, ik zoud' u faam doen rennen
Door 't glinstrendt Starren-dak, en met deez eygen handt
Wierd u, in Gysbregts-stadt, een Marmer beelt geplant,
Waar in men na uw doodt, uw Rijmkunst zoud' erkennen.
FINIS.
J.L. |
|