van Helena, die in de allééne macht van zijn ééne koene wezen, als verpletterend vechter stand hield tegen gansche aandrommende en jubelende gelederen Trojanen, terwijl deze de Helleensche galeyen naderende, juist de vlammen in de houtwanden en schepen-takelage zouden ontsteken, - toen schuw de blinde rhapsood dit bemerkte en erbij voegde, dat niét Ayax van Salamis, maar de kleine Locriër, Ayax, zoon van Cyleus, stormvlugge wapenrenner der Achaeërs, de nymphschoone Cassandra had geschonden, - toen sprong Xerxes dreigend overeind, schold in bezetenheid en beweerde, dat de wijze uit Chios den almachtigen reus Ayax in zijn heroïsche en goddelooze geweldsdaden gniepig poogde te verkleinen En hij kreet:
- Alléén Ayax, mijn hemelreus, kon ná Troas' val, met een zoo onverzoenlijken, schennenden haat en een zoo bittere levensverachting, met eenzoo wreed-vertrappende drift en razende onstuimigheid, een koningsdochter bij de haren neerrukken. Wat?... De kleine, de stormvlugge Ayax?... Gij vergist u allen. De heerlijke Cassandra wierd verdwaasd. De blanke huid van haar wasbleeken boezem verdorde Weet ge waarom?... Zij begeerde een mán,... een man van vleesch en bloed, en géén god. Gij armzalige Hellenen, gij vermenschelijkt uwe goden,...