De socialisten: Personen en stelsels. Deel 6: In de tweede helft der XIXde eeuw, tweede gedeelte
(1875-1897)–H.P.G. Quack– Auteursrechtvrij
[pagina 263]
| |
Hoofdstuk IX.
| |
[pagina 264]
| |
hen, met letterkundigen of mannen der kunst: in 't kort met de hoofden, die het socialistisch idee als een ‘monstrans’ in de hoogte houden en voor het volk laten flikkeren. Het is waar: na den climax waartoe dat idee in zijn voortschrijdende baan is gekomen, na de tweeledige verpersoonlijking van de socialistische ontwikkeling in Marx en Bakounin, is er niet veel nieuws meer aan te toonen. De groote leiders zijn van het tooneel. De epigonen hebben het werk overgenomen. Er is binnen den kring der socialistische stelsels weinig oorspronkelijks meer, slechts des te veelvuldiger weêrkaatsing van het vroegere. Toch laat soms de prisma-flikkering allerlei nieuwe combinaties van kleuren toe. Eigenaardig is het, bij voorbeeld, hoe hier en dáár valt waar te nemen een verbinding van de kunst met het socialisme, of liever een opheffing der groote verwijdering tusschen industrie en kunst die sinds de afschaffing van het gilden-wezen en de verbreking der oude gilden-wetten regel der maatschappij was geworden. In de tweede plaats is dan van beteekenis de poging, die de Kerk, vooral de catholieke Kerk, doet om binnen het sociale vraagstuk in te grijpen. Doch overigens teert men veelal op het oude. Het arbeiders-socialisme heeft in Germaansch-Romaansch Europa, als dogma, zich vastgezet in twee richtingen: het Marxistische collectivisme en het anarchisme, en tusschen de lijnen dier richtingen zoeken nu de leiders nog verder telkens één der beide stelsels te ontwikkelen. De bindende gesp of stalen veêr, die deze twee systemen of gelooven moest samenhechten, ontbreekt. De stelsels blijven op zichzelf voortleven en voortwerken. In hun streven naar rechtvaardigheid en broederschap, in hun drang om te-gemoet te komen aan de klacht der armen en ellendigen, in hun uitingen van hartstocht en verontwaardiging, waar zij den harteklop van het volksleven in eigen boezem voelen trillen en dreunen, zullen wij achteréénvolgens bij de drie hoofd-landen van Europa (Duitschland, Frankrijk en Engeland) de personen dier hedendaagsche socialistenleiders - hetzij dan collectivisten, anarchisten of eenvoudig-weg socialisten - even nog in oogenschouw nemen. Natuurlijk, als in vogelvlucht. |
|