De socialisten: Personen en stelsels. Deel 5: In de tweede helft der XIXde eeuw, eerste helft
(1875-1897)–H.P.G. Quack– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
Hoofdstuk III.
| |
[pagina 65]
| |
heid der pittige, kort inééngedrongen zinnen langzamerhand voor gezette lezers helder en vol leven. Eerst thans komen die werken volledig voor den dag. Een deel zijner brieven is in 1880 door Rudolf Meyer uitgegeven. Zijn schriftelijke nalatenschap is na zijn dood, van 1878-1885, vooral door professor Adolph Wagner en dr. Theophil Kozak bezorgd. Een gansche literatuur is ter toelichting zijner geschriften verschenen. Men doet echter het best de eigen werken van Rodbertus goed te lezen. Gemakkelijk is de lectuur niet altijd, soms eentonig. Is er reeds in zijn leven, behalve in de korte episode van 1848 en 1849, geen kleurrijk drama op te merken, zoo ziet men in zijn geschriften slechts te meer één voortgezette inspanning van gedachten, een splitsing der begrippen tot in het ragfijne, een wonder-scherpe ontleding van denkbeelden, bewonderenswaardig zelfs waar hij absoluut ongelijk heeft. Alles volgt in die bladzijden bij hem ééne lijn, van 't begin tot 't einde. Zijn leven is een echt denkers-leven. |
|