Hoofdstuk XII.
Duitsch socialisme.
Het socialisme in Duitschland krijgt eerst tegen het einde van het tijdvak, dat wij in dit deel behandelen, een geheel eigenaardig karakter. De uiterlijke verschijnselen, die in verband met het socialisme in Duitschland zich binnen deze jaren voordeden, zouden op zich-zelven nooit het vermoeden hebben doen opkomen, dat het socialistisch element aldaar met zulk een oorspronkelijke kracht, eigen kleur en vaste streek na 1844 zou optreden. Vergeleken met Frankrijk of Engeland scheen eerst alles op dat gebied er gelijkvloersch, geëffaceerd en een weinig mat. Fragmentarisch en op zich-zelf werkte soms een enkel menschen-vriend aan leniging van nood en ellende. Dan weder zag men anderen dood-gewoon Fransche socialistische boeken en stelsels vertalen. Elders waren het geheime of niet geheime verbonden van arbeiders, die de aandacht vroegen. Niets scherp sprekends wees er op, dat er hier een eigen geweldige ader van het socialisme zou ontwellen. In den aanvang scheen het, alsof Duitschland slechts op dit gebied een nawerking, een weêrslag zou opleveren van wat in Frankrijk was gedaan. Doch voor wien het geestes-leven van het Duitschland in het eerste vierendeel en later der negentiende eeuw kent, voor dien is het niet verborgen, dat een deel van den diepen, machtigen gedachten-stroom, die Duitschlands dichters en wijsgeeren toen droeg, hen ook dreef naar de problemen der maatschappij. Dáár - bij dichters en wijsgeeren - in die hooge en hoogste sferen moet men dus voor Duitschland kiem en levensadem zoeken van wat er later op sociaal terrein opschietGa naar voetnoot1). Uit die etherische kringen vallen van tijd tot tijd schijnbaar zonder opzet, als bij toeval, zaadkorrels, hier en ginds, soms vèr uit elkander, maar altijd met wisse uitwerking. Zij beginnen een reeds doorwoelden bodem te bevruchten.