Hoofdstuk VI.
Louis Blanc en het Fransche staats-socialisme.
Het is nu onze taak Louis Blanc, den vertegenwoordiger van het Fransche Staats-socialisme, onder de oogen te zien.
Bijna een ieder kende vroeger het uiterlijk van dezen rijkbegaafden man. Zijn kleine, tengere gestalte, de beweeglijke fijnheid van zijn sprekend gelaat, de lange zwarte haren die het aangezicht omlijst'ten, maakten hem een overal herkenbaar figuur, vooral in het jaar 1848. De werklieden waren toen gewoon, als het gedrang te sterk werd, hem op de schouders te nemen en als lichten last voort te dragen. Alles in hem teekende den Zuidelijken Franschman, met zijn passie en zijn gloed. En die hartstocht ging over in zijn geschriften, met dit eigenaardige echter, dat het vuur in die gloeiende zinnen meestal bedwongen werd: de vlam werd ingehouden, doch dreigde ieder oogenblik uit te slaan. Zijn stijl doet denken aan het geflikker van den degen, maar vooral aan de stooten, als het bloed vloeit. Het was een kleine nerveuse en toch vaste hand, die hier het staal voerde; een hand, die ook het gebaar van het bevel scherp kon uitdrukken. Want Louis Blanc was van aanleg een gouvernementeel man. Hij wilde actie en resultaten, en wèl van boven af. Hij was een man van het gezag. Hij wilde het socialisme leiden en besturen door den Staat. Doch de Staat moest in die richting ‘dienen’; van hem is de formule: ‘L'Etat serviteur du peuple’. Men moest zich meester maken van het gezag van den Staat en dàn de sociale vraagstukken oplossen. Vrijheid van arbeid werd dus in zijn stelsel ordening van arbeid. Geheel de maatschappij moest de regeling, die de stoot aangaf, volgen. Met verbazende werkkracht, met groot doorzettings-vermogen, en met niet weinig fanatisme, zou hij voor zijn systeem gaan strijden. Hij zou aan dat stelsel, omdat hij de scherp geteekende Louis Blanc was, een eigen stempel, zelfs zekere oorspronkelijkheid geven. In waarheid was hij echter meer ‘vulgarisateur’, meer verbreider, dan wel een schepper van eigen ideeën. Maar hij wist de gedachten van anderen te drillen en te exerceeren, hij stak ze in een uniform, en voerde zoodoende in het socialisme bevel over een eigen aangeworven bataljon soldaten. Op zijn practische raad of leiding der arbeiders kwam het aan, nog meer dan