De socialisten: Personen en stelsels. Deel 3: Tijdvak tusschen de jaren 1830 en 1850, eerste helft: Frankrijk
(1875-1897)–H.P.G. Quack– Auteursrechtvrij
[pagina 213]
| |
Hoofdstuk IV.
| |
[pagina 214]
| |
werden gemaakt, dat de gelijkheid zich nu ook duurzaam kon handhaven. Zóó oordeelden ten-minste de beste dier Fransche communisten, zich aansluitende aan de vredelievendheid, waarvan vroeger in Engeland Robert Owen, hun evenknie en meester, blijk had gegeven. Doch het viel niet te ontkennen, dat het streven dier school dikwerf samenliep met het ijveren dergenen, die in 't algemeen den geldenden Staat en maatschappij wilden omkeeren, die het betrekkelijk goed recht van de bestaande verhoudingen brutaal-weg ontkenden, die beginnen wilden om al het voorhandene af te breken, ten einde dan later de aarde meer bewoonbaar voor allen te kunnen maken. Waar elk particulier eigendom in de theorie werd opgevat als een soort van roof uit de gemeenschap, dáár werd natuurlijk van tijd tot tijd de hand toegereikt aan hen, die gewelddadig wilden optreden, om de menschen die niets hadden iets te doen bekomen van wat zij den buit van den rijkdom noemden. De logica van beide groepen van mannen was dezelfde, al verschilden zij hemelsbreed in de graden der toepassing. Communisten en revolutionnaire socialisten gingen dan samen. |
|