De socialisten: Personen en stelsels. Deel 3: Tijdvak tusschen de jaren 1830 en 1850, eerste helft: Frankrijk
(1875-1897)–H.P.G. Quack– AuteursrechtvrijIX.De leiders van het Fourierisme waren dus in Londen. Dáár, in de groote wereld-stad, leefden zij het gewone leven van ballingen. Zij aten het brood van den vreemde, kwamen veel samen, spraken over den toestand van Frankrijk, en schreven dan verder den langen, vervelenden dag. Zij werkten ook mede aan tijd-schriften, die door de uitgewekenen van alle landen, Ledru-Rollin, Mazzini en Arnold Ruge dáár te Londen werden uitgegeven: wij noemen ‘Le Proscrit’ en ‘La Voix du Proscrit’. Doch Victor Considerant was meer dan enkel een politiek uitgewekene. Het was zijn roem, een hervormer te heeten der sociale wetenschap. Inderdaad vergat hij dan ook zijn eigenaardige positie niet als hoofd der Fourieristische school. Hij ging dus op-nieuw brochures en kleine boeken over het socialisme uitgeven, en zond artikelen aan de ‘Démocratie pacifique’. toen dit blad weder mocht verschijnen. Hij ging verder de sociale theorie bewerken. Reeds vroeger, in Parijs, tegen het einde van het jaar 1848, had hij de gansche theorie van het Fourierisme nog eens puntig uitééngezet in een boek getiteld: ‘Le Socialisme devant le Vieux Monde ou le Vivant devant les Morts’. Het bevatte een kritisch overzicht van al de verschillende socialistische theorieën, die in Frankrijk in de laatste twintig jaren op den vóórgrond waren getreden. Een aller-opmerkelijkste inventaris van al die verschillende denkbeelden werd daarin gegeven. Al de schakeeringen van het sociale idee werden besproken. Doch al die stelsels en die stellingen waren, volgens Considerant, slechts golven van een stroom, rivieren die zich naar den oceaan spoedden. Het socialisme zelf was de vereeniging van dit alles: was de groote zee, werwaarts het water van alle kanten kwam aanruischen. Dáár, bij dat socialisme was het zwellende leven. De partij van het verleden, die zich in de vormen van Légitimisme, Orléanisme, Behoud, enz. enz., door allerlei staketsels en dijken bleef verzetten, was ten ondergang gedoemd. Dit moest de republiek van 1848 bedenken. Thans, op het einde van 1848, ging de republiek weder den weg van vóór 1848 op, nam zij zelfs, bij haar buitenlandsche politiek, de kleine middelen en kunst-grepen van Louis Philippe ter handGa naar voetnoot2). | |
[pagina 191]
| |
Helaas, welk een val, welk een schande! En toch zou het tot niets leiden, evenmin als de binnenlandsche reactie ten slotte iets zou uitwerken. Al de materieele krachten, al de inerte blokken, die men nu voor de schreden van het socialisme wierp, waren niets waard. De tijd werkte voor het socialisme. Het doode hout, de kunstige afrastering zou van-zelf verteren. Aldus schreef hij nog terwijl hij als volks-vertegenwoordiger te Parijs leefde. Doch nu te Londen nam hij wat breeder zwaai, en begon hij een denkbeeld te bewerken, dat inderdaad een deductie was van het oude Fourierisme, doch dat oogenschijnlijk, toen het voor het eerst door hem werd uitgesproken, iets geheel nieuws, laten wij zeggen iets geheel onverwachts en zonderlings, geleek. Het is wel der moeite waard, dat wij bij die nieuwe wending van Considerant even stilstaan. Zijn zwenking bedoelde het bewijs te leveren, dat een volk het best zonder eigenlijk gezegde regeering kon stellen. Het is, zooals men weet een idee der Commune van 1871 geworden, dierzelfde Parijsche Commune, welke in haar oorsprong reeds zooveel gegevens te danken had aan het denkbeeld, hetwelk ontwikkeld was in de ‘Destinée sociale’ van onzen Considerant. Hij had het idee het eerst geformuleerd, toen hij in 1850 bezig was een werkje te schrijven over de organisatie van het crediet. Dit boekje kwam uit onder den ‘reclame’-titel van ‘Les quatres Crédits ou 60 milliards à 1½%’. Het was in zijn kern een uitwerking van het begrip van Crediet-vereeniging. Men zou zoodoende vierderlei soort van crediet kunnen in het leven roepen: op gronden ten voordeele van landeigenaars, op oogsten ten voordeele van pachters en landhouwers, op goederen en producten ten bate der handelaars en industrieelen, op arbeid ten voordeele van den werkenden stand. Al die vier vormen van credriet en hun organisatie worden goed uit elkander gehouden en vrij duidelijk voorgesteld. Het grond-crediet wordt eenigszins ingericht als de daarop | |
[pagina 192]
| |
betrekkelijke instelling in Pruisen en Pommeren. Uitnemend wordt het crediet op wassende oogsten en het oogst-verband uitééngezet. De beleeningen op goederen en producten bepalen zich bij hem natuurlijk niet op de grondstoffen alléén, maar ook op het fabrikaat. Eindelijk worden allerlei maatregelen voorgesteld, waaronder crediet zou kunnen worden gegeven aan den arbeider, wel is waar persoonlijk crediet, doch gedekt door allerlei voorzorgen. Het boekje van Considerant was in zijn opzet waarlijk niet onaardig. Hij erkende zelf veel verschuldigd te zijn, wat de onderdeelen van zijn uitwerking van het crediet betreft, aan een boekje, dat een ander Fourierist, François Coignet, een industrieel uit Lyon, in 1849 had uitgegeven, onder den titel: ‘Réforme du Crédit et du Commerce’Ga naar voetnoot1). Voorts had hij dan aan het hoofd dier crediet-vereenigingen als het ware syndicaten willen stellen, die, onder verband van die gronden, enz. en onder de noodige regelen, credietpapier en bankbilletten zouden kunnen uitgeven, in den geest van het papier der Fransche Bank, welke bank dan allengs zou kunnen vervangen worden. Alles kwam echter neêr op associatie, op vereeniging. Door associatie der belangen konden die belangen crediet vragen en crediet geven. Het begrip van den eigendom kwam nu tot zijn volledigste recht; het werd op alle wijzen verstrekt, daar ieder in de gelegenheid kwam door het crediet zich eigendom te verwerven. De syndicaten der verschillende credieten konden dan tevens werken als verzekerings-maatschappijen, en alzoo het begrip van associatie in het groot verwezenlijken. Werden, door de invoering van dit geheele stelsel der vier credieten met het daarbij behoorende papier, enkele bestaande belangen benadeeld, welnu, dan moesten deze een schadevergoeding ontvangen uit de winst, uit de ‘meerwaarde’, die dit nieuwe stelsel noodzakelijker-wijze zou opleverenGa naar voetnoot2). Het boekje was vol aardige wenken. Wij treffen er ook aan het denkbeeld, om bank-papier te creëeren, dat van-zelf een zekere rente zou dragen, papier, | |
[pagina 193]
| |
dat als het geboomte bladeren doet groeien en wassenGa naar voetnoot1). - De vorm van het geheele geschrift was vrij boeiend. De inhoud werd medegedeeld als een stenografisch verslag van drie groote vergaderingen, waaraan de vier klassen van lieden, voor wie de vier credieten werden ontworpen, deel namen. Natuurlijk speelt, bij die schildering, de herinnering der ‘Assemblée nationale’ onzen schrijver door het hoofd. De adel, prat op zijn grond-eigendom, stuift telkens op tegen den socialist. De deftige bejaarde heer, een caricatuur van Thiers en van de andere ‘burgraves’, vertelt in breeden omhaal zijn oude-vrouwen-wijsheid. Maar het aardigst en pittigst is de oude boer van de Jura, uit den omtrek van Salins, ‘le père Girod’, die nog de campagne in Holland heeft medegemaakt, die eerst altijd bang is bedot te worden, doch wiens gezond verstand later de beste bondgenoot is van onzen schrijverGa naar voetnoot2). Doch het slot van het boekje wekte toch groote verbazing. Wanneer hij alles heeft uitééngezet, vragen allen hem, waarom hij dat stelsel der vier credieten op zijn tijd niet heeft medegedeeld aan de ‘Assemblée nationale’, toen hij in 1848 en 1849 van die vergadering lid was. Hij antwoordt daarop, dat hij werkelijk den 14den April 1849, in zijn toen gehouden redevoering, deze organisatie der vier credieten reeds in hoofdzaak had ontvouwd, doch dat die vergadering goedgevonden had hem uit te lachen, en zijn stelsel dood te zwijgen. Uitgaande van dat feit begint hij nu te ontwikkelen, dat inderdaad volks-vertegenwoordigingen zoo slecht werken. ‘Doet het,’ zoo gaat hij voort, ‘zonder volksvertegenwoordiging. Het volk moet zich-zelf regeeren, zonder eenige tusschenpersoon, en zelf weten wat het wil. Het is volstrekt onnoodig, dat het volk telkens zich een opperhoofd of vergadering van gedelegeerden kiest. Neen, door grondvergaderingen kan het telkens zijn eigen meening uitspreken. Al dat samenstel van macht en wetten is waarlijk overbodig. Groote volken, die het algemeen stemrecht hebben gekregen, - en Considerant verwijt zich in zijn jeugd dat algemeen stemrecht te hebben verdacht en bestreden - kunnen nu zelven uitspreken wat zij willen. De gansche maatschappij moet gedacht worden als een associatie van ‘communes’. En elke ‘commune’ is het ‘phalanstère’, zooals Fourier dat had geteekend: de associatie, die zich-zelve regeert, haar eigen zaken doet en geen uitwendige macht noodig heeft. Overgangs-toestanden | |
[pagina 194]
| |
zijn hier natuurlijk wenschelijk, maar het ideaal moet zijn een toestand, waarin men op de volstrektste wijze ontberen kan ‘wetten en gezag.’ (‘Jusqu'à ce que nous puissions nous passer absolument de lois et du pouvoir.’) De menschelijke wetgever heeft slechts één wet in één titel, in één artikel, uit te vaardigen: ‘alle wetten zijn afgeschaftGa naar voetnoot1).’ Met het Staats-begrip scheen dus Victor Considerant geheel en al te willen breken. Dit nieuwe denkbeeld, dat inderdaad slechts een gevolgtrekking was uit de eerste beginselen van het Fourierisme, was vooral bij Considerant gerijpt, sinds hij kennis had gemaakt met een Duitscher: Rittinghausen. Deze democraat, die al zijn best had gedaan, in het revolutie-jaar 1848, Duitschland wakker te schudden, die lid was geweest van het zoogenaamd Vóór-Parlement van Frankfort, die later uit zijn vaderland naar België had moeten vluchten, was in deze jaren geheel en al een adept van het Fourierisme Toen hij in het jaar 1849 in Parijs was gekomen, had hij met Considerant vooral de questie besproken, in hoeverre werkelijk een gouvernement nog noodig was. Hij meende, dat de volks-souvereiniteit door het volk-zelf moest worden uitgeoefend, en dat er niets slechters te bedenken was dan de souvereine vergaderingen. Hij schreef in December 1850 daarover een boek, dat met een voorrede van Allyre Bureau het licht zagGa naar voetnoot2). Welnu, naar aanleiding van die bespreking met Rittinghausen, schreef Considerant zijn brochure, die ook eerst in de ‘Démocratie pacifique’ verscheen, getiteld: ‘La Solution ou le gouvernement direct du peuple’ (December 1850). Het was een betoog, dat de democratie niet veel anders tot nu toe deed dan de monarchie en de aristocratie. Evenals deze twee partijen uit het verleden, bleef zij hechten aan het begrip van delegatie. De monarchie klemde zich vast aan een delegatie voor altijd; bij haar was het een souvereiniteit van het doode volk over het levende. Maar de democratie, als zij het ergens won, stelde toch ook dadelijk éénzelfde delegatie weder voor, doch nu slechts voor | |
[pagina 195]
| |
een tijd. Zij uitte zich als souverein. maar als een souverein van een oogenblik, want dadelijk liet zij mannen kiezen, aan wie zij de macht dan opdroeg. En de geschiedenis heeft geleerd, hoe slecht zulke gedelegeerden of volks-vertegenwoordigers die macht uitoefenden Inderdaad moest de democratie begrijpen, dat het volk geen voogdij meer noodig had, dat het best zich-zelf kon regeeren, dat het einde der tijden zou wezen: ‘souvereiniteit van allen uitgeoefend door allenGa naar voetnoot1).’ Er moet autonomie wezen van het geheele volk. Een papieren constitutie is waarlijk niet noodig, omdat er een levende grondwet is, en die levende grondwet is het volk-zelf. Wetten zijn niet meer een vereischte. Staats-partijen zijn geheel overbodig, slechts scholen van verschillende richting kunnen onder het volk ontstaan. Over het algemeen moest de kring van wat men den wetgevenden of gouvernementeelen arbeid noemde hoe langer hoe kleiner worden. De Staats-zaken als zoodanig waren zeer luttel in getal, terwijl de sferen der individueele souvereiniteit, en der communale en departementale bevoegdheden, een gedurige uitbreiding moesten en zouden ondergaan. In zijn secties stelt nu het volk-zelf zijn eigen regelen vast en beslist het over zijn eigen aangelegenheden. In zaken van algemeenen aard, die het geheele volk betreffen, wordt het oordeel van elke sectie in beginsel gevraagd. Hetgeen dan de meerderheid der secties (‘communes’) heeft aangenomen wordt vastgesteld, en als wet door een commissie - te vergelijken met den Staatsraad van Napoleon I - uitgewerkt. Kortom, het volk houdt zelf het gezag in handen, delegeert aan niemand zijn macht, benoemt commissies zooveel het wil, maar geeft aan deze een bepaalde, goed omschreven, tijdelijke taak. Hoofdzaak is het begrip, dat, indien het volk zijn souvereiniteit delegeert, dit volk tegelijk die souvereiniteit afstaat. En dat mag niet gebeurenGa naar voetnoot2). Flikkerende bladzijden heeft Considerant in deze brochure doen drukken over het volk, dat alléén souverein is bij de stembus, en dan dadelijk abdiceert; bladzijden, die door de latere anarchisten, en vooral door prins Kropotkin, eenvoudig-weg zouden worden nageschrevenGa naar voetnoot3). Ook de strijd dien Kropotkin aanbindt tegen den bijgeloovigen eerbied voor wetten, dat ‘fétichisme’, hetwelk eerst | |
[pagina 196]
| |
na de Fransche revolutie is ontstaan, wordt in deze brochure van Considerant reeds begonnen. De anarchisten van onze dagen vonden hier lessen, die zij slechts behoefden te spellenGa naar voetnoot1). En toch was dit alles voor Considerant niet anders dan een gevolgtrekking uit de beginselen van Fourier, een logische afleiding uit het sociëtaire systeem.
Hij verdiepte zich weder geheel en al in dat stelsel van zijn meester, nu hij uit het actief optreden in de politiek was losgeruktGa naar voetnoot2). Als balling rondzwervende, het meest in Engeland, doch ook soms in België toevende, hield zijn geest zich voortdurend weder bezig met de vraag, of toch niet ergens op aarde een proefneming met dat stelsel te doen wasGa naar voetnoot3). Het deelnemen aan de revolutie-koorts van het jaar 1848, het gansche zoogenaamde program van actie mocht een tijdelijke afwijking, misschien een afdwaling van de school genoemd worden. Thans, nu die tijd voorbij was, nu voor Considerant, door het (naar aanleiding der Juni-beroeringen) op 15 November 1849 gewezen vonnis, het politieke leven in het vaderland toch voor-goed gesloten bleekGa naar voetnoot4), was het, alsof hij terugkeerde tot de plannen van vóór 1848. Zóó verliep het jaar 1851, en het grootste deel van 1852. Tegen het einde van het jaar 1852 kwam echter Brisbane - die in het jaar 1848 met de Duitsche socialisten was medegegaan, en op een volks-vergadering te Worringen, bij Keulen, den 17den September 1848, de roode Republiek had helpen uitroepenGa naar voetnoot5) - hem een bezoek te brengen. Met dezen ouden vriend en vurigen leerling van vroeger, die in allerlei ondernemingen van het Fourierisme in Noord-Amerika betrokken was geweest, besprak hij de aangelegenheid, die hem nu in 't bijzonder ter-harte ging, namelijk, of niet nog ééns een goede proef met het stelsel te wagen zou zijn. Hij meende, dat wellicht Zwitserland het beste terrein voor zulk een ‘experiment’ zou wezen. Maar Brisbane wees hem op Noord-Amerika, en wist hem over te halen, een reis voor dat doel naar de Vereenigde Staten te doen. Hij scheepte zich 28 November 1852 te Antwerpen in, en was | |
[pagina 197]
| |
14 December 1852 te New-YorkGa naar voetnoot1). Hij zou zich eerst in de nieuwe wereld als het ware oriënteeren; hij moest nog de Engelsche taal leeren en inderdaad zich van alles in Amerika nog op de hoogte stellen. Daarvoor ging hij wonen in de ‘North American Phalanx’, die, zooals wij vroeger vermeld hebben, niet ver van New-York was opgericht, en nog altijd haar bestaan rekteGa naar voetnoot2). Deze ‘Phalanx’ was een eenvoudige associatie geworden, en had in geen enkel opzicht het begrip der ‘serie’ toegepast. Zij teerde, toen Considerant er toefde, op vroegere welvaart, doch beteekende als ‘phalanx’ niet veel meer. Nadat Considerant er een zestal weken was gebleven, kwam Brisbane, die intusschen te Buffalo was geweest, weder tot hem, en stelde hem voor, te-zamen een tocht door de Vereenigde Staten te maken, ten einde na te gaan, of niet ergens een geschikt terrein voor een vestiging van een beter ingerichte associatie zou te vinden zijn. Zij hadden daarover weder lange discussiën en debatten, bespraken reeds allerlei onderdeelen, en gingen werkelijk op het einde van April 1853 tezamen op reis. Hun weg ging van het Noorden naar het Zuidwesten, langs de groote rivieren, de Ohio en de Mississipi, totdat zij in het gebied van Arkansas en Florida kwamen, en de oevers der Roode Rivier zagen. Dáár was de natuur allengs schooner, woester en minder ontgonnen, zwierven nog Indiaansche stammen, en lag alles meer braak en gereed om door 's menschen hand nog behandeld te worden. En aan de overzijde van die Roode Rivier strekte zich de Staat uit, die zoo heel lang niet geleden (1845) tot de Vereenigde Staten zich had gevoegd, een terrein bijna zoo groot als een Europeesch koninkrijk, te weten Texas. Dat Texas werd nu door de beide vrienden van 27 Mei 1853 tot 10 Juli 1853 te-paard bereisd. De prairiën, akkers en wouden werden betreden en onderzocht. En de indruk van dat land was op Considerant overweldigend. Hij kon de vruchtbaarheid van het terrein, de geschiktheid van het klimaat, niet genoeg roemen. De wijn-bouw zou er naar zijn inzien bloeien; de graan-oogst er overvloedig wezen. Daarbij was de grond letterlijk voor niets te verkrijgen. Opgetogen meende hij, dat dit land, Texas, het ware terrein zou zijn, om een expeditie daarheên te leiden en er een proef met een plan in den geest van Fourier te wagen. Hij aarzelde niet langer. Hij zou een schets ontwerpen, om in Texas een vestiging te ondernemen en daarvoor kolonisten uit Europa pogen aan te werven. | |
[pagina 198]
| |
Hij keerde dus terug naar Europa en was 29 Augustus 1853 weder te Ostende. - In Europa nu schreef hij zijn boek, dat als het ware een prospectus zou wezen voor de nieuwe onderneming, het boek waaraan hij den titel gaf: ‘Naar Texas’. Wat ons, bij het doorlezen van die bladzijden, vooral treft, is de omstandigheid, dat Victor Considerant, door de geschiedenis en ondervinding geleerd, voorzichtig ditmaal zijn gegevens en voornemens rangschikt en blootlegt. Voorzichtig, in vergelijking met vroegere plannen. Der gedachten bleekheid had zich over zijn geestdrift van vroeger uitgespreid. Hij durfde zelfs niet in het prospectus het woord ‘proefneming’ bezigenGa naar voetnoot1). Hij wilde blijkbaar oppassen, om, na de reeds vroeger ondervonden te-leurstellingen, niet alles weder op één kaart te wagen. Het was dus slechts een kolonisatie-plan, dat hij aan de schipbreukelingen van Europa aanbood. Geen vooropgesteld denkbeeld zou aan hen, die naar Texas wilden gaan, worden opgelegd. Neen, elke levens-wijze - de individueele, de collectieve en de tusschen die twee polen in liggende - zoude er mogelijk zijn. Alles zou breed, en niet exclusief, opgevat worden. Maar zijn vaste hoop was natuurlijk, dat uit die aldus saâmgestelde bevolking dan de waarachtige associatie zou volgen. De ‘Phalanx’ was dus niet uitgangs-punt, maar zou slotsom worden: de vrucht van alles. Daarvoor zou alles behoedzaam worden ingericht. Telkens zou, voor een kern van een bevolking, eerst de omgeving goed in orde worden gebracht, dan aan die kern als het ware de kiemen van ontwikkeling worden medegedeeld, voorts hulpbronnen en middelen van bestaan worden toegereikt, opdat dan die kern zich-zelf, autonomisch, kon ordenen en vestigen. Het ééne groote gebouw, dat een gansche kern zou kunnen bevatten, was hier in Amerika niet noodigGa naar voetnoot2). Men kon allerlei alléénstaande huizen bouwen en ze met elkander in verbinding brengen. Hoofdzaak was, dat aan de geheele inrichting en neêrzetting elasticiteit werd gegeven. Het zou telkens een benadering van het ideaal kunnen zijn. Men moest de menschen niet verschrikken met dadelijk het woord ‘Phalanstère’ uit te sprekenGa naar voetnoot3). Men zou kunnen beginnen met het tijdperk te verwezenlijken, dat men vroeger het waarborgs-tijdperk - ‘le garantisme’ - noemde. Om dit alles nu mogelijk te maken, moest land worden aangekocht, moesten voorbereidselen worden getroffen, was dus geld noodig. Considerant bewerkte daarvoor verschillende begrootingen, maakte een plan, op een schaal van vier millioen franken, doch gaf aan de hand, dat ook op minder grooten voet de onderneming kon worden begonnen. Met een oproeping, om naar het Verre Westen, het land der toekomst, te gaan, besloot hij zijn geschrift. | |
[pagina 199]
| |
Wat is er van dit plan van Considerant tot stand gebracht?Ga naar voetnoot1) Wij erkennen het niet te weten. Slechts dit ééne hebben wij vernomen, dat er werkelijk vrij wat geld is ingekomen. Een som van 1,500,000 franken is bijééngebracht. Van den leerling van Fourier, den industrieel Godin, ontving hij 100,000 frankenGa naar voetnoot2). Aan geld heeft het dus daarvoor niet ontbroken. De tocht ging naar Texas. Doch geen enkele bijzonderheid is ons voorts bekend. Slechts lezen wij hier en dáár, in boeken en bladen van Fourieristen, als in een tusschenzin, dat het plan-zelf gruwzaam, wanhopend, is mislukt. Considerant was - zoo zeide Godin - een man van moote woorden, niet van dadenGa naar voetnoot3).
Victor Considerant is in 1869 te Parijs teruggekeerd. Hij heeft den tijd der Commune in Parijs beleefd. Het waren voor een deel ook zijn denkbeelden, die dáár aan het gisten waren. Den 26sten April 1871 schreef hij - zoo lezen wijGa naar voetnoot4) - een brochure, om Versailles te nopen, zich aan den wil van Parijs te onderwerpen. Natuurlijk zonder eenig gevolg. De kleine, oude, krachtige Thiers zal wonderlijk achter zijn grooten bril hebben geglimlacht over zijn vroegeren tegenstander, een schim van weleer! Op denzelfden dag, dat Considerant zijn brochure liet uitkomen, gaf Thiers bevel de kanonnen voor het eerst vuur te doen geven tegen de hoofdstad. Sinds leefde Considerant vergeten bij of in Parijs. Zijn vrouw, de dochter van Clarisse Vigoureux, stierf in April 1880. Hij was 43 jaren met haar innig gelukkig gehuwd geweest. Zelf overleed hij 27 December 1893Ga naar voetnoot5). De wet op de syndicaten van 1884 | |
[pagina 200]
| |
beschouwde hij - na de stichting der republiek - als het gewichtigste moment der laatste tientallen jaren. |
|