Sublimat en dierghelijck vergift, alsoo dat sich een yder daer over verwondert.
Dit Pulver is aldereerst van eenen Boer ghevonden, die daer na alderhande fenijn ghegeten heeft, in presentie vanden Saxischen Cheurvorst, die daer voor den Boer begaefde met een Ver-eeringhe, om dat hy 't den Cheur-vorst soude bekent maken, 't welck gheschieden: Wiens Doctoor dit Pulver noemde Pulvis Moybani.
Als ick het nu veel Iaren voor mijn experste stuck teghen de Peste ghehouden en ghebruyckt hebben, ende boven alle andere Pulveren treffelijck goet ghevonden hebbe, soo heb ick oock zijn deucht alhier niet willen verbergen, maer ten gemeynen nutte bekent maken, soo vele als my de Ervarentheyt geleert heeft.
Den Asijn daer de Wortelen in gesoden zijn geweest, kanmen met Honigh in koocken tot een Siroop, die dan tot veel dingen goet is. De Spetien van dit voorsz. Pulver werden op het Latijn aldus ghenoemt.
Valerianae, Vincae Toxici, ofte Hirundinaria.
Vrticae Minoris, polipodij, Altheae.
Angelicae Silvestris, vel Sativae.
Corticis Rad. Laureolae, Fructus seu Baccae, quae Paris dicitur, Aceti acerrimi.
Doch alsoo wy by andere Meesters overvloedigh vinden, verscheyden Recepten tegen de Peste, soo wil ick 't in 't corte by desen verblijven laten, die cort ende redelijck seker gaen. Ende de rest bevele ick den geleerden.