Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)

[p. 97]

LII. Seel-draeyer. 52⁺

Voorsichtigh draeyer, soet en vroedt:¹
Let op u handt, let op u voet.
Ghy gaet verkeert, ghy draeyt, ghy spoedt,³
Ghy doet dat all' de wereldt doet.⁴

+ K2

1 soet en vroedt: rustig en wijs.

3 gaet verkeert: gaat achteruit (zeeldraaiers liepen afwisselend voor- en achterwaarts bij het fabriceren van touwen); ghy spoedt: je bent gehaast.

4 Jij doet wat heel de wereld doet, nl. verkeert gaen, draeyen en spoeden.