Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)

[p. 93]

XLIV. Kleer-maecker. 44⁺

Met scheer, en naeld', en vingher-hoedt,
De schrodder is of schalck, of goedt:²

‘Tzy laecken, lynwaedt, zyd’ of ras,³

Die lappen vessemt, speelt kabas.⁴

+ K2

2 schrod(d)er: kleermaker; schalk: slecht, bedrieglijk, arglistig.

3 ras: gekeperde wollen stof gebruikt voor eenvoudige kleding (WNT 12.3, k. 353).

4 lappen: minderwaardige stukken stof, afval van de rol textiel; vessemt: vessemen (cf. vademen, vadem = draad): aan elkaar naaien; speelt kabas: is een bedrieger.