Sedigh leven, daghelycks broodt (1639)

XVIII. Vleesch-Houwer. 18⁺

Al sacht en soet, u slacht is bloedt:¹
U vleesch zij ionck, zij versch, zij goedt.

Gheen koe voor os, gheen oy voor germ,³

Voor hamel weer: bedrogh blyft erm.⁴

+ K2

1 Uw vlees dient zacht en zoet te zijn, uw slachtwerk is bloederig.

3 Verkoop geen koeienvlees voor ossenvlees, geen ooienvlees voor het vlees van een germ (= ooilam, ooi die nog niet gelammerd heeft en waarvan het vlees dus van betere kwaliteit is).

4 hamel: gesneden mannelijk schaap; weer: ram: verkoop geen (minderwaardige) ram voor een hamel; bedrogh ... erm: als men bedrog pleegt, blijft men arm.