Leer-stuck uyt den 108. brief van Seneca, Sin-wijs overgheset.Ga naar voetnoot+
1De beghinselen ende het saet der deuchden zijn ons oorsproncke-
2lijck ende van aerdt aengheboren: maer als hier eenighe aenlock-Ga naar voetnoot2Ga naar voetnoot2
3inghe is by komende, soo worden dese gaven des ghemoedts, dieGa naar voetnoot3
4als verduft ende verdooft ligghen, opgheweckt. En siet ghy niet,Ga naar voetnoot4
5hoe dat het volck toeluystert, als eenighe ghemeyne spreucken,Ga naar voetnoot5
6diemen voor ghewichtigh houdt, op 't tonneel, iae van eenen
7guycheler voortghebrocht worden? Maer veel meer als sulckeGa naar voetnoot7
8goede ende heylsaeme vermaeninghen van een wys stemmighGa naar voetnoot8
9man ghedaen worden: alsse met Dicht omvanghen, in 'tghemoetGa naar voetnoot9
10der onervaren heftigher indringhen.
| |
11Want ghelijck onsen adem (naer het segghen van Cleanthes) doorGa naar voetnoot11
12een enghe ende omghekromde trompet gheblaesen, helder klinckt,Ga naar voetnoot12
13ende verspreydt wordt: alsoo oock de ghedwonghen sanck-maete
14maeckt onse sin spreucken krachtigher ende klaerder, maer ver
15slappen met vrij oopen te wo(o)rden toeghevoert. Hier tegen, alsGa naar voetnoot15
16eenen gheestighen sin met dicht gebonden is, wordt den selven, alsGa naar voetnoot16
17met ghewelt ghedreven zynde, uytgheschoten.Ga naar voetnoot17
|
-
voetnoot+
-
Den 108. brief van Seneca:
De 108ste brief van L.A. Seneca aan Lucilius gaat over de benaderingswijzen van de filosofie. Volgens Seneca kan men kennis niet toevallig opdoen. Het geheel kunnen we pas kennen na het bestuderen van de delen. Wie de filosofie wil bestuderen moet zelf ook filosoof worden. Men mag zich hierbij echter nooit laten verleiden door mooiklinkende zinnen. De ware toehoorder wordt in vervoering gebracht door de schoonheid van de inhoud, niet door ijdele woorden. Toch erkent Seneca dat de geest soms meer getroffen kan worden door een indringend vers dan door een breedvoerige uitleg (zie het door Puteanus vertaalde fragment). Seneca illustreert dit door het voorbeeld van zijn leermeester Attalus, die hem door de kracht van zijn woord ertoe kon aanzetten sober en onthecht te leven. Na uitweidingen over Pythagoras, vegetarisme en het belang van het juiste woord, besluit Seneca met een waarschuwing aan het adres van de sofisten: wij moeten er niet op uit zijn oude of gezochte woorden, gedurfde beeldspraak en stijlfiguren te verzamelen, maar wel leefregels die nuttig voor ons kunnen zijn en diepe, betekenisrijke uitspraken die wij ook in daden kunnen omzetten.
Sin-wijs overgheset: vrij vertaald, met behoud van de betekenis.
-
voetnoot2
-
als hier ... by komende: als hier enige stimulans bijkomt.
-
voetnoot3
-
als hier ... by komende: als hier enige stimulans bijkomt.
-
voetnoot7
-
van eenen guycheler: door een goochelaar, een potsenmaker.
-
voetnoot8
-
wijs stemmigh: wijs, moreel hoogstaand;
-
voetnoot11
-
Cleanthes: Cleanthes van Assos (331-233 v. Chr.), Grieks wijsgeer, opvolger van Zeno als hoofd van de Stoa sinds 263. Auteur van de Zeushymne. Nadruk op het wilselement in de ethiek. Zijn religiositeit onderscheidt hem van andere stoïci.
-
voetnoot12
-
trompet: over het beeld van de trompet zegt A. van Strien in verband met C. Huygens het volgende: ‘Vorm en inhoud zijn twee. De dichtvorm geeft, als het goed is, de inhoud een bijzonder effect, maar doet deze niet van karakter veranderen. De indertijd bekende en door Huygens ook meermalen toegepaste vergelijking van het effect van de dichtvorm met het effect dat een trompet geeft aan de lucht die erdoor heen geblazen wordt, maakt dat duidelijk. Door de nauwe pijpen en bochten van het instrument komt de lucht (de adem, die men anders nauwelijks had gehoord) met een scherpe, doordringende klank naar buiten. Zo, zegt Huygens, gaat het ook in de poëzie:
Het sluyten van den Rijm doet ook ijet in goe' noren,
En helpt een' goeden sinn dwers door ons' aendacht booren.
Valt daer de maetslagh toe en soeter woorden-trant
'T genoeghen werdt verkracht en lieffelick vermant.’
(C. Huygens/A. van Strien, Mengheling. Tekstuitgave met inleiding en toelichtingen door A. van Strien, Amsterdam (1990), 5. In een voetnoot wordt hier ook verwezen naar L.C. Michels, ‘De bochtighe trompet’ (in NTG 60 (1967), 23-25). Hieruit blijkt dat het beeld van de trompet teruggaat op Seneca (Ep. 108, 10), die het ontleend heeft aan de Griekse schrijver Cleanthes. Zie ook Buitendijk (1975), 30-31.)
-
voetnoot15
-
maer verslappen ... toeghevoert: onze woorden verliezen aan zeggingskracht als ze niet aan een metrum gebonden zijn; Hier tegen: daarentegen.
-
voetnoot16
-
gheestigen sin: moraliserende gedachte.
|