IX (fol. 10)
Seer goede Vriendt ende Heer,
Gelyck ick aenden Marquys De Mirabel, als ick hem het Aerarium recommandeerde, beloofde een exemplaer van myne Historiae Insubricae ofte Irruptiones Barbarorum, soo heb ick dit exemplaer gereet doen maecken; het welcke ick aen V.L. sende, om aen syne excellentie van mynent wege te praesenteeren. Ick sende mede eenen brief, waer in ick het Aerarium wederom recommandeere. V.L. mach seggen, dattet nu in handen is gestelt vanden Raetsheer Muelevelt. Myne voorgaende sal V.L. ontfangen hebben: eerst de pampieren van Palmeto, met het oordeel van Doctor Sturmius, soo oock het myne: ten tweeden, myne onderteekeninge op de nieuwe lichten. Hiermede doe ick myne vriendelycke groetenisse; ende ben be-