Medenblicker scharre-zoodtje
(1650)–Hendrick Jansz. Prins– AuteursrechtvrijStem: Schoonste Nymphe.1.
LIeve weerde! al 't gepronck, En gelonck
Mijner lieffelijcker oogen,
Is van boven neergedaelt, En gestraelt,
Om uw' eere te vertoogen.
| |
[pagina 79]
| |
2.
O ghy Schoonste van natuur, Als een vuur!
16[regelnummer]
O ghy Lamme! sonder vlecken,
Van uw' volheyt heb ick al, 't Wel-geval,
Dat mijn vuylheyt kan bedecken.
3.
Siet uw' lieffelijck geroep, Als een hoep,
(T'my-waert die ghy zijt beladen)
Om het swacke vat gepast, Houdt soo vast,
Dat ick niet en suf voor quaden.
4.
En oock onse leger-stee, Komt alree
Door ons' onderlinge soenen,
Van het geestelijcke kruyt, En gespruyt
Als een Palme-boom te groenen.
5.
Onser huysen valcken zijn, Sonder schijn,
Even als de Ceder-boomen,
Onse Galeryen hoogh, Als een boogh
Van Cypres, geen stanck en schromen.
6.
Siet de Ceder onverrot, Schoone lot!
En de rieckende Cypresse
Van der Kercken vaste deught, Ende vreught,
Geven een ghelijcke lesse.
|
|