Medenblicker scharre-zoodtje
(1650)–Hendrick Jansz. Prins– AuteursrechtvrijStem: Lieve dochters vol van jeuchde.1.
WEl mijn lieve Vriendinne!
Die gy met de schoonste schoont'
Der ghenade zijt gekroont,
15[regelnummer]
Siet ick u van herten minne,
Want uw' glasen Appel-boogh
Is gelijck der Duyven oogh.
2.
Huysch en kuysch, en wonder zedigh
Vwer beyden Oogen-licht,
In het helder aengesicht
Van de vuyligheden ledigh,
| |
[pagina 78]
| |
In eenvoudigheden blickt,
Datter niet is ongeschickt.
3.
Godes Geest op my gedalet
In een soete Duyfs gedaent,
Die tot vriend'lijckheyt vermaent,
Heeft uw' oogen soo bestraelt,
Dat geneghen alle beyd'
Sy nu zijn, tot vriend'lijckheyd'.
4.
Ia door mijn geschoten stralen,
Heeft uw' Siender, uw' Propheet,
Heeft uw' innerlijck gheweet,
Sulcken leyden tegen 't dwalen;
Dat d'onsienlijcke Godt
Is haer eenigh oogen-schot.
|
|