De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd117Hamburg 4/V'98. Amice, Tweemaal ben ik begonnen je te schrijven, twee maal heb ik den brief half af weggelegd, - en 'm niet meer gevonden. Doel dezes is je te melden, dat ik over 14 dagen à 3 weken in Holland zal zijn, en voornemens ben je dan te bezoeken. Dinsdag of Woensdag a.s. reis ik van hier weg n/den Haag, blijf daar 2 dagen, ga dan voor 8 dagen n/Parijs, en kom dan naar Holland terug. Mijn plan is dan 2 à 3 dagen n/Baarn/Bussum te gaan. Meld me svp of je er dan bent. Mijn ‘Heilige Tocht’ ben ik nog altijd door bezig aan 't omwerken (daartusschen ben ik ook begonnen aan een groot verhaal ‘1808’ uit de Spaansche oorlogen). De Heilige Tocht wordt nu echter goed, ik kon eerst maar niet maken wat ik wilde - en spoedig hoop ik je een hoofdstuk voor 't T.T. te zenden. | |
[pagina 224]
| |
Je stukje over mijn boek in 't voorlaatste T.T. heb ik met veel genoegen gelezen, want 't is 't beste dat er over geschreven is - beter dan 't artikel van Jolles. In zake Huysmans' Cathédrale,Ga naar voetnoot480 ben ik 't met je eens dat 't beneden ‘En Route’ en ‘Là-Bas’ staat. H. blijft trots zijn werkelijk admirabele kennis van de middeleeuwen, zijn geloovig katholiek-zijn, en zijn buitengewoon scherp zien, buiten 't allerinnigste en binnenste van de middeleeuwen. Visie, juiste fantasie van zooals 't voor 4 à 5 eeuwen was* ontbreken. Hij gelijkt op Vos,Ga naar voetnoot481 maar in diens beoordeelingen over Rembrandt. Ik ben benieuwd hoe zijn St. Lidwina zal worden. Ik vrees echter dat in plaats van iets heel mooi teer-blanks te geven, 't een verzameling van curieuse feiten uit alle mogelijke boeken en handschriften zal worden. 'T curieuse is dat hij 't zelf niet weet. Voortdurend schreef hij mij, De Cathédrale is vaal, grauw, de stijl van een notarisklerk, maar 't is niet mogelijk 't anders te maken. Ik zal Huysmans in Parijs wel dagelijks zien. 'T is een genot met hem te spreken, en daarop verheug ik me. Wel jammer echter dat hij maar niet iets heel moois over de middeleeuwen maakt. Ik geloof dat hij er wel de kwaliteiten voor heeft, maar dat zijn methode hem van de wijs heeft gebracht. De Jonge GidsGa naar voetnoot482 wordt er, vind ik, in den laatsten tijd niet beter op. Heyermans begint geducht te schetteren. Nu over dit alles mondeling meer, vele groeten ook van huis tot huis * of liever geweest zou kunnen zijn. t.t.
|
|