De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd91Hamburg 5/9 '94. Poseldorf Heimweg 3 I Amice, Ik kom er heden toe je te schrijven. Is het 1ste nummer van het nieuwe tijdschrift redactie jij en Verwey al verschenen? Ik zou gaarne een abonnement nemen. Ken echter den uitgever niet. Zou je dus svp den uitgever willen schrijven mij geregeld 't tijdschrift te zenden. Ik ben druk aan 't werk, nadat ik eerst veel tijd heb doorgebracht met 't meeste te lezen wat geschreven is over 1812/15. Nu wil ik voor 't tijdschrift maken een stuk Napoleon en Tolstoi, waarin ik Tolstoi aanval over zijn physiologie de la Guerre. 'T is geschied - en krijgskundig. Verder ben ik aan een serie korte opstellen bezig over den terugtocht in 1812. 't Worden er 6 à 10. Een is zoo goed als af, en zend ik je voor de 2de aflevering. 't Stuk Napoleon en Tolstoi misschien ook. 'T schrijven daarvan kost me niet zooveel tijd. 'T is gewoon hollandsch, maar 't onderwerp wel interessant. Zooiets nemen jullie toch op? Hoeveel abonné's hebben jullie nu al? Waaraan ben je bezig. Schrijf me dat eens? Van Toorop's tijdschrift hoor ik niets, zoodat ik vermoed, dat er vooreerst niets van komt, daarom zend ik voor jullie tijdschrift maar 't werk over 1812. Voor Toorop kan ik dan altijd nog iets maken. Ik ben goddank weer in een werkperiode. 'T tijdschrift des Heeren Tideman wordt iedere 2 maanden minder. Zijn kritiek over de schildersGa naar voetnoot438 is niet veel zaaks. Hij verheft de lui die voor hem zijn, breekt af wat tegen hem is. | |
[pagina 195]
| |
Adieu laat eens van je hooren. Vele groeten van mijn vrouw en ook aan de uwe t.t.
|
|