De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd90Logement Oud Berg en Dal bij Nijmegen
Amice, Ik kom er heden eerst toe je en je vrouw nogmaals wel te bedanken voor de vriendschappelijke ontvangst bij mijn zijn ten uwent. Wij zijn hier sedert gisteren, en van Nijmegen gekomen, waar wij de schilderijen expositie zagen. Er is een sterk mooi schilderij van van Looy. Gister aan de table d'hôte te Nijmegen een boerengezelschap uit de Betuwe. Een boer - de grappenmaker stelde volgende toast in ‘Ik drink op de amusaasje die achter ons ligt, maar in hoofdzaak op de amusaasje die voor ons ligt.’ En toen zijn vader soep wilde hebben, zeide hij tegen de kellner ‘Jogchie | |
[pagina 192]
| |
[pagina 194]
| |
breng voor den ouden Heer nog eens een borreltje soep. Hij houdt er zooveel van.’ Ik ben bezig twee kritieken voor jullie tijdschrift te overpeinzen. Een over Journal van de Goncourt, laatste deel,Ga naar voetnoot437 en een over Tolstoi. 1812. Psychologie de la Guerre. Of ik ze echter voor 't Septr nummer af zal hebben is de vraag. Adieu. Vele groeten ook aan je vrouw en van de mijne. Nog wel bedankt tevens tt.
|
|