De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |
89WelEdGeb. Heer Ary Prins
Amice, Nu kom ik weêr met iets anders. Het internationale boek, waarover ik je geschreven heb, zal of zoû, zoo als je weet, een zeer speciaal karakter hebben. Het zal hoogstens 2 maal p. jaar verschijnen, in ‘pracht’-band, folio formaat, en geïllustreerd. In-tusschen komt het mij, onder ons gezegd, voor, dat het der leiding van deze onderneming wel een beetje aan centraalheid ontbreekt en dat de embryo van dit werk laboreert aan vaagheid en gemis aan aktiviteit. Mij is gevraagd de redaktie voor letterkunde voor Holland saâm te stellen. Dit heb ik gedaan door jouw en Jolles te vragen. Verder hoor ik nu niets. En zelf kan ik op 't oogenblik er niets meer aan doen, daar het iets is, dat niet van mij uitgaat. | |
[pagina 191]
| |
Rond-uit gezegd, betwijfel ik zeer of er vóór den a.st. winter een deel van verschijnen zal. Maar dit dáargelaten, is er nu een tijdschrift-plan verwezenlijkt, dat vast staat, en waarvan het algemeen karakter zoo zeer verschilt van dat andere, dat zij, eventuëel, zeer goed naast elkaâr zullen kunnen bestaan. Het is een tweemaandelijksch tijdschrift, onder redaktie van Albert Verwey en L. van Deyssel, voor Letteren, Kunst, Politiek en Wetenschap. Het zal ongeveer zijn zoo als de Nieuwe Gids vier jaar geleden was,Ga naar voetnoot435 en zich in de medewerking van alle je bekende auteurs verheugen. De eerste aflev. verschijnt 1 Sept. a.st. En nu zouden wij het aangenaam vinden indien wij voor die eerste aflevering een bijdrage van jouw konden krijgen. - Zoû je geneigd zijn je werk over 1812, - al was het ook maar nog zoo'n klein gedeelte daarvan - hiervoor af te staan? Denk hier eens over en wil mij berichten. Wil je vrouw voor mij groeten en mij gelooven t.t.
Wij rekenen dus op jullie bezoek in Juli.Ga naar voetnoot436 Wanneer denk je in 't land te komen? |
|