De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel

92

Hamburg 17/9 '94.

Amice,

Bijgaand zend ik je alvast een stuk voor het 2maandelijksch tijdschrift. Waarschijnlijk verander ik den titel, en maak daarvan In Rusland (Vóór Wilna).⁴³⁹ -

Ik ben aan een 2de stuk over 1812 bezig, en zend je dit misschien ook nog voor de Nov^r aflg.

Meld me svp eens hoe je Voor Wilna vind. Ik geloof, dat het nog al sterk geschreven, en goed in elkaâr zit.

Na de stukjes over 1812, ga ik over den oorlog in Spanje 1808-1813 schrijven. Ik voel mij daartoe erg aangetrokken.

Aan Napoleon en Tolstoi ben ik nog niet begonnen, omdat 't andere prozawerk mij thans meer interesseert.

Van Dissel neemt misschien een abonnn^t op 't 2 mnd. tijdschr. Mijn oudelui zal ik schrijven voor de NG te bedanken, en 't 2 maandelijksche te nemen.

Kooreman heeft geen geld. Hij is blij als hij met uit eten gaan bij andere menschen rondscharrelt.

Dit onder ons, want de eene schilder vertelt zooiets aan den andere, tot op 't laatst. ‘Hij heeft gezeid, dat hij heeft gezeid, dat hij heeft gezeid enz.’

Nu de eerste afl.^g

Ik vind de Inleiding minder goed, te lang, en niet recht op den man af.

Best zijn de gedichten van Henr. vdS.⁴⁴⁰ Goed ook van Looys Feesten,⁴⁴¹ ofschoon te veel mooie beschrijvingen om een kern, die onbeduidend is.

Verweys verzen⁴⁴² zijn me te koud.

Dr. Jelgersma's opstel⁴⁴³ heb ik niet gelezen.

Uitstekend vind ik tooneelkritiek van van der Horst,⁴⁴⁴ ofschoon wel wat gelijkend op van der Goes' werk.

In 't kort. Ik vind 't een goede 1ste afl., niet schitterend, maar goed.

439 In Rusland I, verschenen in het Tweemaandelijksch Tijdschrift, jrg. I, aflev. 2 (november 1894), blz. 225-228.

440 Aan de eerste aflevering (september 1894) droeg Henriëtte van der Schalk, op blz. 8-32, vierentwintig sonnetten bij onder de verzameltitel Geleiders.

441 Jac. van Looy, Feesten (II), a.w., blz. 33-51.

442 Albert Verwey, Vier sonnetten, a.w., blz. 52-55.

443 D.G. Jelgersma, De ontkenning der moraal. Stirner, Ibsen, Nietzsche, a.w., blz. 56-82.

444 C.F. van der Horst, Tooneelkroniek, a.w., blz. 99-110.

[p. 196]

Nu adieu. Ik hoop dat jullie met 't tijdschrift veel succes zullen hebben.

Schrijf me gauw.

Vele groeten
t.t.
Arij Prins.

Ook groeten van mijn vrouw aan de uwe.

Proefdruk krijg ik wel.

Spreek er svp maar niet over dat ik over den oorlog in Spanje wil gaan schrijven.

Dit werk wordt geheel anders, en moet een verrassing zijn.