De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd25Voorburg, 14/5'85 Geachte Heer, Denkt U, dat eenige artikelen van Robert Caze over den SalonGa naar voetnoot123 te Parijs | |
[pagina 54]
| |
[pagina 55]
| |
[pagina 56]
| |
in het Weekblad geplaatst zouden worden? Caze, met wien ik bevriend ben,Ga naar voetnoot124 zou ze natuurlijk in het fransch schrijven, zoo dat het manuscript hier vertaald zou moeten worden. Dit zou iets nieuws zijn, hetwelk wel den aandacht zou trekken. - Indien U met mijn denkbeeld ingenomen zijt, zoudt U er dan svp. met de hoofdredactie over willen spreken. - R. Caze zal immers ook het gewone honorarium (f 4,50 per kolom ontvangen), indien zijn stuk geplaatst wordt? Uw omgaand antwoord hierop zal mij hoogst aangenaam zijn. - Ik zal dan naar Parijs schrijven. - Het denkbeeld is niet van hem, doch van mij uitgegaan. - Hebt U Netschers laatste novelleGa naar voetnoot125 in Eigen Haard gelezen; ik vind dit het beste wat hij nog heeft gemaakt. Hoe staat het met het nieuwe tijdschrift?Ga naar voetnoot126 Na Groeten UEddwdr.
|
|