De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd21Voorburg, 13 Febry '85 Geachte Heer, In het bezit uwer letteren dd. 10 dr.,Ga naar voetnoot111 dank ik U bij voorbaat voor de toezending van uw tooneelstuk. - Ik ben U zeer verplicht voor uwe bemoeyingen bij den hoofdredacteur van het Weekblad om mij het schrijven van kunstkritieken optedragen, doch ik moet beginnen met U te zeggen, dat ik in niet de minste betrekking met de Kunstbode sta. - De stukjes, eerst geteekend P Z en later P zijn dan ook niet van mij. Op het oogenblik heb ik waarlijk geen gelegenheid kunstkritieken te schrijven, daar mijn tijd geheel in beslag wordt genomen door mijn Novellen en letterkundige kritieken. Voor Nederland maak ik ook een groote studie over de russische romanciers Gogol, Tolstoi & Dostoievsky -, welke zeer tijdroovend is. Ik doe U echter het navolgende voorstel. - Het Weekblad mist een kunstkriticus te 's Hage, die op de hoogte is der kunstbeweging, en de moderne begrippen voorstaat. - Een dergelijk medewerker geloof ik echter te hebben gevonden, en wel in mijn vriend Anton Koster,Ga naar voetnoot112 een onzer jonge schilders, wiens werk U hoogstwaarschijnlijk niet bekend zal zijn. - Hij heeft een zeer zuiver oordeel, schrijft goed hollandsch, en heeft meer kritisch dan wel scheppend talent. - Zijne richting is modern; hij behoort echter niet tot de uiterste linkerzijde. - | |
[pagina 49]
| |
Verder is hij zeer stipt - een eigenschap, die zeer zeldzaam bij schilders is. - Zoodat ik hem gerustelijk kan aanbevelen. - Natuurlijk zou hij de Amst. van het allereerste nieuws op kunstgebied op de hoogte kunnen houden. - Ik heb hem reeds over de zaak gesproken, en hij is bereid aan het Weekbl. medetewerken. Met het honorarium van ƒ 4,50 neemt hij ook genoegen. Indien U mijn voorstel goed vindt, spreekt U er dan met den hoofdred. over. - Koster zal onder een pseudoniem schrijven, en verzoekt dringend zijn naam geheim te houden. - Als proef wil hij een kort verslag geven. Zijn adres is Kanaalweg Scheveningen. - Uwe berichten tegemoetziende verblijf ik, UEddwdr.
Mijn novelle ‘De dood van Jan Oliehoek’ zou ik wel in de Amsterdammer (Weekblad) geplaatst willen zien. Meldt mij derhalve svp eens of U denkt dat de Redactie v. het stuk plaats beschikbaar zou hebben. - Wij, de Hagenaars, zijn er zeer mee ingenomen, dat er à costy een nieuw tijdschr. komt. - De jonge krachten kunnen dan aaneengesloten optreden. - |
|