De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd5Waarde Heer, Ik dank U wel zeer voor uw heusch aanbod om mij de bundels van Guy de Maupassant ter lezing te zenden. Geloof, bid ik U, dat 't mij thands wel een oogenblik gespeten heeft, dat mijn ‘naturalistische’ bibliotheek zeer goed voorzien is, wijl mij dat de gelegenheid ontrooft van uw beleefdheid gebruik te maken. Ik bezit echter alles van de bekende volgelingen des Heeren Zola. Uw novelle zend ik aan Nederland op, maar gij zult dan minstens weêr een maand of twee geduld te oefenen hebben, daar de Heer Schimmel, de redacteur v. Nederland, niet spoedig zijn kopie leest. Ik vermaak mij er echter in mij hiervóor te spannen en uwe novelle te doen | |
[pagina 21]
| |
plaatsen. Weigert Nederland, dan heb ik nog Het Album,Ga naar voetnoot13 pas opgericht, onder mijn bereik. Wij zullen wel zien ergends een plaats te veroveren. Het naturalisme moet ook in Holland er door; daar is niets aan te doen. Gij zult praktiesch, ik theoretiesch daartoe meêwerken. Geloof mij, als zoodanig, steeds uw bereidwillige dr. L. van Deyssel.
In haast. |
|