De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd6Voorburg 24 Jany '83 Waarde Heer! Tot mijn schrik zie ik uit uwe letteren,Ga naar voetnoot14 dat de RedactieGa naar voetnoot15 van Nederland gewoon is, de manuscripten geruimen tijd onder zich te houden, zoodat mijne schets, indien ze wordt aangenomen, zeker niet voor den Zomer in dit tijdschrift zal verschijnen. Dit is mij wel wat laat, daar ik het stukje noodig heb, voor de bundel, die ik denkelijk over een half jaar zal uitgeven. - Vriendelijk verzoek ik U dan ook, indien U het stukje nog niet aan Nederland hebt opgezonden, de goedheid te hebben bij Het Album aantekloppen. - De redactie v/dit tijdschrift is zeker vlugger dan die van ‘Nederland’. - Dat het Naturalisme ook hiertelande zal overwinnen, daarvan ben ik vast overtuigd. De strijd zal echter lang duren, en niet gemakkelijk worden behaald, want het vooroordeel is groot. - Men veroordeelt zonder te kennen; vooral de letterkundigen zijn hierin zeer sterk. - Ik bemerkte dit nog onlangs bij eene discussie die ik met den Heer LoffeltGa naar voetnoot16 over Zola had. - Deze schrijver, die het Naturalisme enkele malen zoo heftig heeft veroordeeld, kende toen van zijne werkenGa naar voetnoot17 slechts Thérèse Raquin, een brok van L'Assommoir & het begin van L'Abbé Mouret! | |
[pagina 22]
| |
Door Van Deyssel gecorrigeerde drukproef van de bespreking van Daudet's L'Evangéliste
| |
[pagina 23]
| |
L'Evangéliste heb ik nog niet gelezen, met verlangen zie ik dan ook uw stukGa naar voetnoot18 in den Amsterdammer tegemoet. Weet U, dat er voor eenige maanden in een der duitsche weekbladen zulke flinke stukkenGa naar voetnoot19 over Zola, de Goncourt, Huysmans & Maupassant hebben gestaan? Kent U het eerste werk v/.E&J de Goncourt, waarin men de kiem van al hunne bekende romans vindt? Het is een letterkundige curiositeit, want de broeders hebben het werk later zooveel mogelijk opgekocht. - Ik weet dit van een mijner kennissen, die indertijd aan de Goncourt een bezoek heeft gebracht. - Hij heeft dit boek,Ga naar voetnoot20 waarvan de juiste titel mij is ontgaan, in eigendom. - Indien U er kennis mede wilt maken, zal het mij een genoegen zijn, het U intezenden. Dit kost mij geene moeite. Met Hoogachting verblijf ik UEddwdr.
|
|