Joden in België en Nederlands-Indië
Er is één element, dat wij noodgedwongen alleen maar vluchtig kunnen aanduiden. De aan de auteur verleende opdracht tot het schrijven van de geschiedenis der Nederlandse Joden gedurende de bezettingstijd zou hem er eigenlijk toe moeten verplichten ook diegenen te behandelen, die buiten de Nederlandse grenzen vertoefden, waar ook ter wereld. Een aantal hunner zal t.z.t. nog in ander verband in deze bladzijden voorkomen, maar de meesten worden hier alleen maar terloops vermeld. En dan waarlijk niet, omdat hun lotgevallen niet de moeite ener beschrijving zouden lonen. Maar de gegevens zijn te gering in aantal en te disparaat, om als grondslag te dienen voor een bevredigend beeld.
Iets weten wij van de in België wonende Nederlandse Joden, een enkele maal erin geslaagd, dank zij de aldaar wat gemakkelijker liggende mogelijkheden, de dans te ontspringen.
Wat duidelijker staat ons de geschiedenis van de Joden in het voormalige Nederlands-Indië voor ogen. Algemeen verluidt, dat de Japanse bezetters aanvankelijk geenszins anti-Joods waren, ja, hen als ‘Oosters’ volk een tijdlang hebben ontzien. Dit veranderde echter, toen de Duitse adviseur dr. Wohltat, op Java aangekomen, hun de schellen van de ogen deed vallen; pas toen, in 1943, verdwenen Joden (en vrijmetselaars) in kampen, al ontbrak hier de Duitse Gründlichkeit en bleven vele ‘statenlozen’ ongemoeid. In één kamp liet men eens