[XXXII]
bij deze afbeelding, het voorbeeld van een theater uit de tijd van Shakespeare [het Londense Swan Theatre, een tekening van Johannes de Witt, circa 1596], past natuurlijk een bijschrift over deze dichter, onbetwistbaar de grootste van zijn land en een van de grootste van Europa. Wij kwamen tot de keuze van een aanhaling uit zijn werk dankzij een uitspraak van Prof. Bachrach, die onder meer licht laat vallen op wat Shakespeare als Engelsman heeft betekend: ‘Door de intensiteit van het in zijn werk weerspiegelde nationale leven evenzeer als door de betovering van de daarom en doorheen geweven droom’; een nadere verklaring van de keuze van juist deze regels vindt de lezer in het voorlaatste bijschrift van dit boekje.
In King Richard the Second, tweede bedrijf, eerste toneel, zegt de oom van de koning, John of Gaunt, over Engeland:
This royal throne of kings, this scepter'd isle,
This earth of majesty, this seat of Mars,
This other Eden, demi-paradise,
This fortress built by Nature for herself
Against infection and the hand of war,
This happy breed of men, this little world,
This precious stone set in the silver sea,
Which serves it in the office of a wall
Or as a maat defensive to a house,
Against the envy of less happier lands,
This blessed spot, this earth, this realm, this England.
Mèt de vertaling van de oude Burgersdijk:
Deez' koningstroon, dit scepterdragend eiland.
Dit land van macht en waardigheid, Mars' zetel,
Dit ander Eden, tweede paradijs,
Dit bolwerk, door natuur zichzelf gebouwd,
Waar iedere krijg en zijn verderf op afstuit,
Dit volk van zegen, deze kleine wereld,
Dit kleinood, in de zilv'ren zee gevat,
Die als een wal het kostelijk pand beschut
Of als een gracht, die 't huis verdedigt tegen
De nijd van min met heil begaafde landen,
Deez' zegenrijke plek, dit rijk, dit Engeland.