[XI]
een orante, naar een wandschildering van de derde eeuw uit de Catacomben van Domitilla te Rome. Orante: tot de lezer spreekt wel de stam van het woord: een biddende figuur die vaak niet meer wil zijn dan een symbool van het gebed; het kan een heilige wezen of soms ook de ziel van een afgestorvene. Men herkent ze aan de houding van armen en handen.
Met deze afbeelding herinneren wij in de eerste plaats aan het bestaan dier catacomben, de aan toeristen en zeker aan pelgrims bekende en door velen betreden onderaardse begraafplaatsen van de Eeuwige Stad, waarin wel geen bezoeker ongevoelig blijft voor de eigenaardige sfeer, gewekt door de schier eindeloze uitgestrektheid van deze gangen en kamers, met hun hoogteverschillen en hun spaarzame verlichting. Ons verdere doel was, zij 't ook op deze alweer nogal gebrekkige wijze, in dit tafereel van de gang der Europese geschiedenis de opkomst van het Christendom enig reliëf te verlenen. Van zijn vroegste periode wordt men zich misschien nergens, althans in dit werelddeel, duidelijker bewust dan in deze sombere plaatsen, waar de martelaren in eerbied blijven herdacht, waar het geloof nadrukkelijk wordt verkondigd en waar overblijfselen van vroeg-Christelijke kunst tot de beschouwer spreken. Een wereldhistorisch feiten-geheel, zich afspelend gedurende enige honderden jaren, waarbinnen niet weinige perioden van grote bewogenheid en spanning [de Christenvervolgingen], min of meer afgesloten in de vierde eeuw met een zegepraal van onberekenbare invloed op de loop der Europese en wereld-geschiedenis. Deze zegepraal voltrok zich binnen het Romeinse Imperium, toen getreden in de slotfase van zijn bestaan, in diezelfde eeuw [in 395] definitief gesplitst in een oostelijke en een westelijke helft, welke laatste men als ‘ondergegaan’ beschouwt, wanneer in 476 zijn keizer door Germanen wordt afgezet. De Kerk zou niet alleen deze ondergang overleven, maar van het door de keizers al eerder verlaten Rome uit haar gezag over Europa uitbreiden verder dan ooit de Romeinse legioenen het hadden gekund.