[VII]
met dit vermaarde uit Pompeji [het Huis van de Faun] afkomstige mozaïek, de Romeinse copie van een origineel van ong. 300 v.C. en voorstellend de slag bij Issus [333] tussen Alexander van Macedonië en Darius III van Perzië, willen wij de lezer plaatsen tegenover het z.g. Hellenisme, een van die vele termen uit de geschiedenis [wij zullen het straks ook merken bij ‘Renaissance’, ‘Verlichting’, ‘Romantiek’] die zich blijven onttrekken aan een definitieve definitie. Dit Hellenisme, opgevat als beschaving of beschavingsperiode, laat men beginnen na Alexanders vroege dood [323], de afsluiting ener militaire loopbaan, waarvoor de latere Europese geschiedenis eigenlijk geen parallel te bieden heeft, een loopbaan, die deze Grieks-Macedonische koning na zijn verovering van de landen om het Oostelijk bekken van de Middellandse Zee door Mesopotamië en Perzië heen tot over de Indus voerde. Dit betekende een ontmoeting van de Griekse cultuur met de culturen dier landen, waaruit een beschaving voortkwam waarvan de naam Hellenisme ons eraan herinnert, hoe sterk in deze vermenging het Griekse element is blijven doorgisten, al bestaat uiteraard geen eenstemmigheid omtrent wat wij huiselijk uitgedrukt het percentage zouden willen noemen. En dan is hier nog niets gezegd van de economische verschuivingen, teweeggebracht door het in omloop komen van de opgestapelde goudschat van het Perzische Rijk; men heeft, niet ten onrechte, hierbij een vergelijking gemaakt met de invloed van het binnenstromende Amerikaanse goud op de maatschappelijke structuur van het zestiende-eeuwse Europa.
Wij gewaagden wel van een begin, maar waar moeten wij het einde plaatsen? Sommigen komen tot ongeveer het begin van onze jaartelling, anderen rekenen de Griekse cultuur van het Romeinse keizerrijk nog tot het Hellenisme, dat op deze manier voor het oostelijke deel van de Middellandse Zee-wereld komt te liggen tussen de klassieke Griekse beschaving en de Byzantijnse. Hier ontbreekt eenstemmigheid. Het zal de lezer wel niet ontgaan zijn, dat wij in dit korte bestek niet veel meer hebben gedaan dan het opplakken van een etiket en omtrent de inhoud dier cultuur eigenlijk bitter weinig hebben gezegd. Een leemte, ach ja. En daarvoor biedt maar weinig vergoeding de nogal cliché-achtige uitspraak, dat men haar invloed op de Europese beschaving [in beeldende kunst, literatuur, wetenschap en wijsbegeerte] moeilijk kan overschatten.