[V]
na de ‘vader der geneeskunde’ de ‘vader der geschiedenis’ [woord van Cicero]: Herodotus [ca. 480-ca. 425], een figuur, die zelfs in een werk van zo bescheiden afmetingen, maar historisch van inhoud als dit, niet mocht ontbreken. Wij willen daar wel onmiddellijk aan toevoegen, dat hij al evenzeer recht heeft op de naam ‘vader der aardrijkskunde’ of ‘vader der culturele antropologie’: daarvoor behoeft men slechts zijn verhaal te lezen. Verhaal, zeggen wij met enige nadruk, want deze historicus en wereldreiziger is een ongemeen boeiend verteller, die, in voldoende mate kritisch en onpartijdig, begiftigd met een heel bijzonder compositorisch talent, ons die wereld openbaart zoals ze zich voorgedaan moet hebben aan een zeer ontwikkelde Griek in het glorietijdperk der Griekse beschaving. Het is de wereld van de oostelijke helft der Middellandse Zee, al verwerkt Herodotus ook berichten uit verder weg gelegen streken en heeft hij een enkele daarvan persoonlijk bezocht. Want dit was, met de woorden van een Britse historica, de eerste ‘sight-seer’ men moet zich maar niet afvragen, wat het betekend heeft zonder onze moderne vervoersmiddelen en gemakken in die tijd onder meer Arabië, Perzië, de Zwarte Zee-kust, Egypte en Italië te bereizen ‘en als hij iets nieuws kon zien, waren ongemakken, moeilijkheden en gevaren niets voor hem’. Onvergankelijk blijft zijn schildering bovenal van de botsing tussen