De werken. Deel 23. Brieven aan Cd. Busken Huet 1870-1874
(1902)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendLXXXII
| |
[pagina 329]
| |
Braunschweiger Galerie (f18) aan Sijthoff overgedaan, en die brengt ze nu slechts onder den titel van Les aeuvres d'Unger weer aan de markt! De eerste dier afleveringen Sijthoff's inziende, bemerkte ik dat dit muisje een staartje zou hebben, - 10 afleveringen à f16 elk (de eerste serie uitmakende) zou f 160 zijn. Par trop fort. Ik was voor eenige dagen reeds gereed U het troostelooze nieuws mede te deelen, toen Buffa's nog een fraai ingebonden exemplaar voor mij vonden à f 28. Ik heb het dadelijk genomen, al zou Gi de platen liever ongebonden hebben ontvangen. De band is ten Uwent, mogt hij niet bevallen, even goed te veranderen als hier, - en mogelijkerwijze vindt hij genad. Wij schrijven '74, moge het voor U en de Uwen een gelukkig jaar zijn, - moge het getal abonnés zoodanig toenemen, dat Ge weldra een deel van het werk aan anderen kunt opdragen. Of Ge mij verzekeren kondt dat ik er mij met meer gronds mee vleijen mag, dan ik vrees te mogen koesteren. Die gedurige veranderingen van den vorm, dat inkrimpen van den leesbaren tekst, voorspellen niets goeds. Misschien, - hoe gaarne zou ik daar zeker van zijn, behaagt menig opstel, dat mij minder aantrekt, Uw publiek bijzonder. S'il en est ainsi, tant mieux. Gelukkig hebben de laatste bladen Toelichting,Ga naar voetnoot1 het bewijs gebragt, dat Uw talent hetzelfde blijft. Ik had de beide vorige opstellen over de Atchinsche expeditie met genoegen, voor zooverre ik een oordeel hebben mag, met instemming gelezen. De laatste, verklarende, slaan den spijker op den kop, wij hebben veel goed te maken en kunnen dit niet gaauw genoeg doen. Al blijf ik het betreuren, dat een zamenloop van allerlei omstandigheden, en daarbij Uwe eigen verkiezing | |
[pagina 330]
| |
niet het minst, U naar Indie hebben gebragt, Gij kent mij genoeg om te begrijpen, dat ik er mij niet aan erger, dat Gij de partij van Mr. Loudon neemt, indien Ge gelooft, dat hij gelijk heeft. Integendeel, slechts wenschte ik om Uwent wille dat Uw terrein grooter ware - dat de verdedigde vooral meer energie bezat, dan men hem hier toeschrijft. Sympathie voor Uwe schatting van het voorgevallene, verwachtte ik hier niet, en laat zich dan ook nog wachten - tenzij wij de Opregte uitzonderen, die de artikelen ten minste niet doodzweeg. Publieke geest, wanneer zullen wij zich dezen ten onzent zien openbaren, dan in paroxysmen van geloofshaat, die wederzijds tusschen liberaal en orthodox feller wordt. Hoe zou ik mij in den uitslag der stemming te Gouda, waarbij Heemskerk en Goltstein de nederlaag leden, verheugen, indien er geene herstemming uitgeschreven ware tusschen Van der Loeff en Kuyper. Andere Elisa van anderen Elias heeft hij toch niets van de noblesse, die Groen altijd onderscheidde, die hem nog bijblijft, al overleeft hij zichzelven thans door aanhalingen uit zijn eigen schriften. Het standbeeld van Thorbecke in den Haag geplaatst, ten gevolge van de meerderheid eener enkele stem in den Gemeenteraad! ‘De natie die maar door één man kan worden gered, verdient zweepslagen,’ zei ......Ga naar voetnoot1 - en had gelijk. Noordendorp heeft mij medegedeeld, dat Ge directeur van een Leesgezelschap zijt geworden en daarom geene boeken meer verlangt. Ik zal dientengevolge ook het aangevangen onderzoek naar een paar Fransche romanschrijvers maar staken. Stuurde ik die boekskens il y aurait peut-être double emploi. Terwey is gelukkig een geboren wijsgeer - en draagt dus geduldig het zwaarste kruis, dat zelfs een vertaler treffen kan, uitstel van oordeel over zijn werk. Hij verdient beter | |
[pagina 331]
| |
lot, al is hij met het zijne niet te onvreden. Hoofdonderwijzer, met ik weet niet welke acten, blijft hij zich op Oostenburg eene lagere school getroosten, zich met zijne circa f1700 en vrije woning vergenoegende. Honigh - aan het middelbare - te Wageningen heeft maar f1300 en is bovendien getrouwd, - een paar kostleerlingen wonen bij hem in en maken zijn toestand houdbaar. Mag onze arme poëzy zich intusschen veel van hem belooven? Hij hoopt in Julij de vereischte acte voor het Hoogduitsch te verwerven. Stahr's Weimar und Jena geeft schetsjes van even armelijke toestanden uit het leven van Wieland en Schiller, zelfs Gaethe's inkomen mogt geen naam hebben, maar dat alles geviel, zou Bilderdijk hebben gezegd, in dat Schlaraffenland, en, zoude een waar conservatief er bij voegen, avant que la Revolution française s'avisât de mettre à portee toutes les jouissances à portee de tout le monde. Als wij een humorist rijk waren, hij zou ons de geschiedenis geven van het paaltje, dat onder den boog die van den Vijgendam naar de trappen van de Beurs leidde - toen het Rokin nog een beurs had - plag te staan. Het handhaafde er zich twee eeuwen, het werd onlangs op last van het Dagelijksch Bestuur uit den grond geligt, ter zijde geworpen, weggeruimd. De weduwe Troger die een der beide huizen bewoont, welke door den boog worden verbonden, doleerde. Vos serviteurs, Seigneur, furent attachés à ces pierres - zij aan dat paaltje. Wisten zij het Huis des Heeren stichting dank, haar had dat paaltje rust gewaarborgd. Voetgangers mogten er langs komen, door den boog kon geen slepersknol, kon geen handkar - de open weg dreigde die des verderfs te worden. Amsterdam's Burgemeester, Amsterdam's Schepenen en Raad, die koningen naauwelijks hunne evenknieën achtten (zie Van Lennep's Doertoghe): Amsterdam die werelden de wet gaf, - verbeeld U de in marmer uitgehouwen maagd voor | |
[pagina 332]
| |
het stadhuis - was er niet minder om, dat zij de klagte der weduwe over het paaltje aanhoorde, - al lag het wel niet aan haren wil, dat zij in de laatste vijftig jaren nooit den regel meer in practijk mogt brengen: On respecte un moulin, on vole une province.
Genoeg, er was discussie, zie de couranten voor heden, gister-avond verschenen, discussie over dat paaltje, Burgemeester en Wethouders hadden den stads-advocaat geraadpleegd, volgens wiens gevoelen zij het paaltje mogten wegruimen en daarmede genoeg, meent Ge. Och, neen, karakteristiek voor onze vergaderingen, karakteristiek voor onze verslagmannen worden wij ingewijd in al de praat-, al de plooizucht van onzen Raad. Het paaltje was nu eenmaal weggeruimd, en schoon ons bestuur, getuige één voor honderd de kwestie der gasthuizen, voor niets minder bang is dan op genomen besluiten terug te komen, het was het best de weduwe nu maar met de Lenore van Burger te laten jammeren: Ach, Mutter, Mutter, weg ist weg,
Verlohren ist verlohren.
Viel er, negentiende-eeuwsch, middel-, modderziek, niet iets op te vinden? Sans doute, ten einde der weduwe haar dutje te gunnen, kon men immers der gemeente verbieden, anders dan te voet onder den boog door te gaan? Odi profanum vulgus et arceo - vandaar, smerig groentewijf met Uwen kruiwagen, hardvochtige kwelduivel van varkens, bij den strot uit de kar getrokken. Of er viel immers op dat overdekte terrein van dertig of veertig voeten lengte, bij geloof ik schier dezelfde breedte, eene proef te nemen eener nieuwe wijze van bestrating, London in het klein, hout, graniet of asphalt, die allerinteressantste resultaten kon opleveren, mits men die weduwe | |
[pagina 333]
| |
verzocht hare gewaarwordingen bij elk van deze te noteeren. Helaas! wat werd er al een tijd
(Vondel zong ‘kibbelen’). met babbelen versleten,
om nog tot geen besluit te komen, want toen men ten langen leste over het voorstel van B. en W. (ter afwijzing) geloof ik, stemde, staakten de stemmen. O ironie van het lot, zooveel wijsheid, zooveel zorgs in het behartigen onzer belangen beschamende. Ontvang dezen met wie U lief zijn, in even volkomen welstand als wij genieten, groet René voor mij, en geloof mij na vele complimenten van Sophie de Uwe. |