De werken. Deel 23. Brieven aan Cd. Busken Huet 1870-1874
(1902)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendLXXVII
| |
[pagina 314]
| |
aangenamer aard. - Mais ça depend du goût, zegt Sebald: Liberté chérie,
Seul bien de la vie.
Als zich bij dat origineele maar meer energie voegde, zou niet ik den steen op Sebald werpen. Door vroeger verzuim van inzending bevreesd geworden, andermaal te laat te zullen komen, gewordt U ingesloten couvert, over de Prins van Oranje verzonden: franje voor Mevrouw, en de etsen van Unger naar Frans Hals voor Gideon. Sophie heeft Mevr. vroeger den prijs der franje opgegeven - het plaatwerk is een cadeau voor Gi. Sophie blijft volhouden, dat het zonde van de franje zou zijn geweest, die door te knippen. Et ce que femme veut.... Gister hebben wij onzen lieven vriend Rive begraven - in bijna zeventigjarigen leeftijd, na schier een jaar borstlijdens, pleumonie of pleuritis, verscheiden, tot droefheid van zijn lief gezin, tot droefheid van velen, die hem als arts voor trouwe zorgen dank wisten. Was de plegtigheid aandoenlijk? Wat de kerkelijke betreft, zeker niet, de beaarding (de uitvaart wordt hier later gehouden) geschiedde op het R.C. kerkhof de Liefde. Gebed en gebaren zijn daarom zeer bekort, - en zij het dat de gemeente hier niet rijk genoeg is om het personeel der kerk keurig uit te dossen, zij het dat ook in lijkplegtigheden familiarity breeds contempt, noch de beide priesters die de kerkedienst prevelden, noch de koorjongens, noch het kruis, het lijk voorgedragen, maakten indruk. Het kerkje was overigens net genoeg, maar die wierookvaten, waarin slechts een paar lepeltjes uit een trommeltje werden geschept, maar die dunne kaarsjes in een paar lantaarnen, het moest een ceremonieel verbeelden, het had er geen zweem van. Treffend daarentegen waren de drie kransen, door de | |
[pagina 315]
| |
weduwe en hare beide meisjes den lieven man en vader gewijd - frissche takken laurierloover, waardoor witte, bleek roode, bleek gele rozen waren gevlochten, een krans aan het hoofdeneind der kist, een aan iedere zijde. Zij stonden schoon bij die vale wa, schoon bij die lijkbidders, wier costuum verouderd is, schoon bij die kerk, welke zichzelve heeft overleefd. En wat aandoenlijk mogt heeten, het was de schare, die na het vertrek der geestelijkheid op het open graf bleef staren, terwijl Van Geuns eenige hartelijke woorden aan den verscheiden vriend wijdde. Het was de schare, die de vijf zoonen van den begravene blijk gaf hoe allerlei leeftijd, allerlei stand daar getuigenis aflegde van zijnen ijver en zijne kennis, van zijn voortreffelijk hart vooral, dat bij ernstige ongesteldheid meewarig was als dat eens kinds, terwijl in het hoofd de wijsheid school van een grijze. Onze letterkunde blijft weinig nieuws opleveren. Quack heeft zijn Port RoyalGa naar voetnoot1 voltooid; maar zal het beloofde wetenschappelijke werkGa naar voetnoot2 nu volgen? Misschien is het beter, dat het in de pen blijft steken - goede hemel! waarom zich te vermoeijen voor een publiek dat afleveringen als de jongste van Los en Vast voor lief neemt? Slotemaker versus l'Ange Huet, welk een gemoedelijk gemurmel. Galilei was, blijkens de laatste aan het licht gekomen bescheiden, geen man van moed, doch hij had dien briefschrijver wel een oorvijg durven geven. Wat verbeeldt van Gorkom zich dat hij Hase de les kan lezen in autobiographie! aanmatigend is zijne gansche verschijning, al zet hij er geen pen voor op het papier! Als Ds. Modderman, die tot nog toe met Ds. Kuyper gezellig verkeerde, maar hem nu zijn vriendschap heeft opgezegd, geen duchtiger bewijzen tegen de eerlijkheid van den | |
[pagina 316]
| |
schrijver van Confidentie heeft bij te brengen, dan het laatste opstel in Los en Vast bevat, dan kan hij de uitspraak des onbevangen regters gerust afwachten. Voortaan telt de Standaard mee op staatkundig gebied en bij de halfheid onzer liberalen, bij de aanmatiging der Roomschen is het mij lief. De Lemckes gaan morgen voor vier weken naar Katwijk; - het is aardig te zien en te hooren hoe die menschen met de zee dweepen. En wie heeft er de woning voor hen gehuurd? Wie anders dan Dr. Jan Van Vloten, dien zij nog niet persoonlijk kennen, dien ze bij geruchte met uitzondering van wat ik hen vertelde, nog slechts van zijne onhebbelijke zijde kennen, van wien Lemcke in voce zijner Geschichte der Aesthetik eigenlijk nog niets dan onaangenaams ervoer. Ik hoop, dat de ontmoeting goed zal afloopen, ik heb er goede verwachting van, mits het onder een glas wijn geschiede. Want bier is so ungenerous - en toch, tot mijn smart moet ik het bekennen, beide Aesthetiker trinken Bier, Bayerisches Bier! oef! Ik heb Lemcke reeds gewaarschuwd dat hij de Voordragten, die hij dezen winter houden wil, niet onder den invloed van dat vocht overpeinze en ordene. Denemarken levert in G. Brandes een oorspronkelijke criticus van de litteratuur der 19de eeuw, - zal ik U Strodtman's vertaling (in het Duitsch) zenden? Of hebt Ge nog stof genoeg, en is deze misschien minder voor Uw publiek geschikt? Heeft F no. 17Ga naar voetnoot1 veel genoegen gesmaakt in de lectuur van Keller's Gederailleerd? Met de hartelijkste groeten van ons beiden aan U drietjes en René de Uwe. |