De werken. Deel 23. Brieven aan Cd. Busken Huet 1870-1874
(1902)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendLXXVI
| |
[pagina 312]
| |
te trekken? Oom Charles verwondert er zich niet over dat je zoo digt bij hem bent, en Tante Charlotte knikt je zelfs vriendelijk toe - en met François Coppée zou het misschien ook wel gaan, want ik verbeeld me dat Gij al fransch praat. Maar Mijnheer Thackeray is er ook bij en de oude heer Grillparzer en die barre Noor met zijn dubbelen beerennaam.Ga naar voetnoot1 Wat valt er nog veel te leeren voor Gij het gesprek met die luidjes kunt gaande houden. Maar ge zijt, blijkens Uw verlangen naar de etsen van Unger naar Frans Hals, op den goeden weg. Ik had U die voor Uw verjaardag als eene gedachtenis van mijne zuster en mij toegedacht, mij dunkt, wij moesten dat zoo laten. Gij kunt dan voor dat geld, reeds door Uw Vader gezonden, voor een ander boek of wat Ge verlangt, beschikken. De platen gaan dezer dagen aan boord in een zelfde kistje met de franjes. We willen hopen dat nu, na de ramp met de Tromp, onze Nederlandsche stoombooten voor een geruimen tijd van ongelukken zullen verschoond blijven - volgens de kansrekening liep ons reeds meer dan te veel tegen. Maar het blijkt dat dit, hoezeer wel een aardige tijdpasseering, - altijd beter dan die uit de Camera - nog lang geen wiskunst is, en daarom, mogen winden en golven het kistje gunstig zijn! Willem Zimmerman, de oudste uit de vele jonge lui uit dat huis, heeft zich voor zeven weken met een lam pistool een kogel in de linker hand geschoten. Eerst nu geneest de wonde. Wat leert men daaruit, niet schieten, of het niet doen met een lam pistool? Dat komt er van dat Gij zoo ver weg zijt gegaan. Ik begin te preeken in plaats van te plagen, maar om het laatste te kunnen doen, moest ik dadelijk kunnen zien hoe Gij de gekheid opneemt. | |
[pagina 313]
| |
En daarom, basta van bespiegelingen en lessen. Wees hartelijk van ons beiden gegroet en schrijf eens spoedig wat ik U zenden zal. Uw oude plaaggeest. |
|