De werken. Deel 23. Brieven aan Cd. Busken Huet 1870-1874
(1902)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekendLXXIV
| |
[pagina 306]
| |
Ge zijt voor f 250 op de N.I.H.B. gecrediteerd, de U komende f 45,50 besteed ik volgens Uwe voorschriften. Gideon zal Frans Hals ontvangen met een antwoord op zijn lieven brief. De stoombootongelukken doen (niet alleen wat Nederlandsche betreft, soyons juste) voor die der zeilschepen niet onder. Dat van de Tromp ergert mij zeer, om de fraaije bretelles. Niet alleen had Adr. Schakel er meê op, dewijl zij het nieuwste waren wat hem uit Engeland gewierd, - Engeland, voor welks fabricaat hij instaat - waar op het vergulsel der haken prijkt: Eureka! Eureka! Stel U den fellah voor, niet den Achmed van About, maar den werkelijken, die ze uit de brieventasch te voorschijn haalt, die niet weet wat dat vermaarde Grieksche woord beduidt, die het onnuttig, overbodig voorwerp ter zijde werpt! De gedachte is ondragelijker dan die dat de waarde niet niet werd geassureerd. Van Belots boeken zult Gij verder verschoond blijven - schoon ik geglimlacht heb bij Uw beweeren, dat Gij niet zoudt kunnen spreken over lectuur, die Gij afkeurdet. Hoe heb ik met U? daar viel mijn blik op het portretje dat Gij Uwen letteren bijvoegdet, de photographist is niet geheel schuld aan de stemming, dacht ik: ‘Superieur hoog!’ zei zeker iemand. - Noordendorp vroeg mij gister raad over de toezending van A. de Cesena, La Courtisane Vierge. Om Gods wil niet, zei ik, fortuin maken op Cuba kweekt misschien zulke monsters als dien ouden leelijkert, mais la societé javanaise ne connait pas pareille dépravation. Noordendorp keek mij door de glazen zijner bril schalk aan; laat mij ernstig zijn, honderdmaal pedant standje, honderdmaal rederijker - hij heeft hart voor Uwe zaak en verstand van de zijne. Verder behoeft er tusschen U beiden van geen vertrouwelijkheid sprake te zijn - Ge zijt bovendien door afstand voor zijn vloed van | |
[pagina 307]
| |
redenen bewaard. Uwe wenschen over Cremer, Keller, Mevr. van Calcar en Hepworth Dixon is zijn practische zin reeds voorgekomen. Hij vroeg mij heden wat ik dacht over De graven onzer Vorsten, van Ruitenschild, niet de hofredenaar, maar de Oestgeestsche predikant, - haut goût Orange, zeide ik - Loudon Gouverneur-Generaal, zenden. Sta mij toe, ondeugend met de woorden van den Navorscher van Uwe courant te zeggen: al gaande wint hij krachten. Sympathie wint het van antipathie, in voce Thorbeckes brieven, dacht ik, het opstel van Tellegen lezend over deze in den Spectator verschenen, maar het is slechts No. 1 - en Gij hebt er op Uw standpunt al afscheid van genomen.Ga naar voetnoot1 Ik wenschte om Groen's wille dat zijne uitgaven van Brieven (van particuliere altoos) van meer scherpzinnigheid en meer edelmoedigheid getuigden. In de verzameling van die van Da Costa bemerkte hij niet hoe deze hem vooruit was - en bij de laatste had hij zijn ‘ouden Vriend’ voor zich moeten zien, het voorhoofd fronsend, dewijl de toelichting ontbrak, die regtvaardigheid zou hebben gewaarborgd. Ik gun U gaarne gebruik van mijne correspondentie voor de Kunst- en LetterbodeGa naar voetnoot2 te maken, zorg slechts het al te personeele - misschien het piquantste, door te strijken. Het zou noodeloos aanstoot geven. Om intusschen iets belangrijks meê te deelen, moet er iets belangrijks voorvallen, en dat is heden, trots den bekend geworden uitslag onzer verkiezingen voor den Raad, het geval niet. Israël heeft hemel en aarde bewogen om Jitta te doen herkiezen, men zegt, meer dan f 1000 is aan billetten en artikelen besteed; ter elfder ure sloot Rome zich bij Israël aan, en met 1700 stemmen werd de Directeur der Kanaal-Maatschappij mede in den Raad ge- | |
[pagina 308]
| |
bragt, die hem en al de medeleden der Directie gaarne in de modder zou zien stikken. Uw vertaler van les Sonnettes moet Gij eens op de vingers tikken - uit de Oost mogen geen gallicismen worden overgebragt. Ik zend U heden, als een curiositeit, een boekske van Sacher Masoch. Hebt Gij in de Revues van '72 en '73 zijne novellen Don Juan, Frinko Balaban en Marcella gelezen? Talent ontbreekt hem zeker niet, maar de brochureGa naar voetnoot1 is, bij al hare verdienste velerlei misbruiken der pers aan het licht te brengen, onbeschaamd zonder voorbeeld. Zeker zult Gij haar met belangstelling lezen en verwonderen zou het mij, zoo het stukje U niet tot een artikel inspireerde. Frech ist es, frech ohne Beispiel, zei Lemcke, volgens wien 's mans tooneelstukken niet veel om het lijf hebben. Toch wil ik ze eens lezen. Met de hartelijkste groeten aan U drietjes. de Uwe. |