doen insluimeren, U en de Uwen gedachtig? Inderdaad, de conservatieve partij heeft bij ons geen raison d'être, hoe weinig, ik geef het U toe, de liberale dan ook haar naam verdiene.
Hebt Gij Middlemarch gelezen? Ik geloof niet dat George Eliot trots al haar talent er in slagen zal van Dorothea eene heilige Theresa te maken, ik geloof dat het een misgreep is dit in onze maatschappij te beproeven, maar die voorrede ter zijde gelegd, wat is het dan een heerlijk boek van dissolving views eener dorpswereld. Het slot van het vijfde boek doet mij vreezen voor een eind als dat van zoo vele Engelsche romans, de eindelijke erkenning van den wettigen erfgenaam in Ladislaw - doch ik houd haar die banaliteit ten goede om de fraaije fijngevoelde tegenstelling tusschen Dorothea en Celia, tusschen beider huwelijksleven, dat van de eerste, in zijne ziekelijkheid zoo uitvoerig geschetst, dat van de laatste, in zijne gezondheid slechts door de geboorte van een jongske aangeduid - om de waarheid van de verscheiden liefde van Fred en Mary en van Lydgate en Rosamond.
Ik zou er de rijkste aderen eener mijn van studie voor Uw nieuw blad in willen begroeten, wanneer het niet tot mijne manie behoorde telkens mis te tasten in wat ik geloof dat U belang zal inboezemen.
Te meer moet ik vreezen mis te tasten, dewijl ook Dr. Schaepman tot de bewonderaars van het boek behoort. ‘Zooveel zielsstudie naar aanleiding zulker alledaagsche gegevens.’ Verzoent U de eenvoud dier opmerking niet met de groote woorden zijner alexandrijnen? Verrast U dergelijke zin niet bij den schrijver van zoo menig artikel in den Wachter, louter door het autoriteits-beginsel geïnspireerd? Het zou ondeugend van mij zijn als ik er mij in verlustigde U van eenzijdigheid, van parti pris en van wat al leelijks meer te kunnen - overtuigen.